Om de weggebruiker duidelijkheid te bieden, is per 1 januari 2020 de regelgeving voor milieuzones geharmoniseerd. Met de Tweede Kamer is afgesproken dat dit geharmoniseerde systeem in 2022 zou worden geëvalueerd. Dat is nu gebeurd.
Evaluatie harmonisatie milieuzones
De gemeenten zelf gaan over de regelgeving en de harmonisatie ervan. Gemeenten kunnen zelf beslissen een milieuzone in te stellen, voor welke voertuigcategorieën en vanaf welke emissieklasse. De evaluatie van de harmonisatie van milieuzones laat zien dat de harmonisatie van regels en bebording een belangrijke stap vormt naar meer eenduidigheid voor de weggebruiker. Ook neemt de regeldruk hiermee af.
Een belangrijk verbeterpunt is dat het systeem van ontheffingen te onduidelijk is en tevens verschilt per gemeente. Hier wordt aan gewerkt met het opzetten van een centraal loket waar ondernemers op één plek ontheffingen voor meerdere gemeenten kunnen aanvragen. Ter ondersteuning hiervan werkt het ministerie aan een handreiking voor de beoordeling van de aanvragen voor ontheffingen zodat deze zo eenduidig mogelijk worden beoordeeld.
De evaluatie stelt dat de keuze voor de voertuigen met een landelijke vrijstelling of ontheffing via de RVO soms moeilijk uitlegbaar is. De onderzoekers adviseren landelijk geldende vrijstellingen en door gemeenten aan de RVO gemandateerde ontheffingen voor bepaalde soorten personen- en bedrijfsauto’s, vrachtauto’s en bussen met een dieselmotor. Er is daarvoor een wijziging nodig van het Kentekenreglement voor het aantekenen van emissieklassen van voertuigen in het kentekenregister.
Een ander verbeterpunt is het handhaven van buitenlandse voertuigen dat nu nog niet mogelijk is. Op Europees niveau en in bilaterale overeenkomsten is vooralsnog niet geregeld dat landen beschikking krijgen over datum eerste toelating en/of Euroklasse, waardoor handhaving op basis van kenteken niet mogelijk is. Het ministerie blijft zich internationaal inzetten om de data-uitwisseling te bevorderen.
Onduidelijkheid bij combinatie van zones
Het ministerie ziet dat de toekomstige zero-emissiezones voor stadslogistiek tot onduidelijkheid kunnen leiden voor de weggebruiker vanwege de wisselwerking met milieuzones. Ook de bebording voor de twee verschillende type zones kan aanleiding geven voor onduidelijkheid wanneer voor een voertuigcategorie twee verschillende regimes kunnen gaan gelden.
Er komt daarom een visie op stedelijke zonering voor mobiliteit aan, die in samenspraak met gemeenten en stakeholders wordt opgesteld en waarover de Kamer in het voorjaar van 2023 wordt geïnformeerd.
Handhaving op elektrisch koeltransport binnen zero emissie zones
Koelmotoren, ook de nieuwste, zijn een bron van NOx (stikstofoxiden) en PM (fijnstof, roet). Met name binnenstedelijk is dat een punt van zorg. De dieselmotor van een koelmachine op een koeltrailer stoot ongeveer 1,5 maal zoveel NOx en tenminste 10 maal zoveel fijnstof uit als de Euro-VI trekker van de koeltrailer. Hier bovenop komt het effect dat een vrachtauto veelal wordt uitgezet als deze niet rijdt, terwijl een koelaggregaat vaak blijft doordraaien, ook als er niet wordt gereden. Dit maakt de bijdrage van koelaggregaten aan luchtvervuiling (en geluid) nog groter.
Er is een onderzoek uitgevoerd naar de handhaving van elektrisch koeltransport binnen zero emissie zones. Er is in elk geval meer inzicht nodig in de kwantificering en samenstelling van gebruikte koelmotoren (en voertuigen) in binnensteden en de gevolgen voor de luchtkwaliteit in straten.
Handhaving is nu nog niet mogelijk. Daarvoor ontbreken de gegevens over de koelmotor. De onderzoekers adviseren gemeenten bedrijven te stimuleren te kiezen voor schone koelmotoren. Dit kan in de vorm van een RVV-ontheffing waarbij wordt aangetoond (en eventueel getoetst) dat een voertuig over elektrische koeling beschikt. Op termijn kan er voor worden gekozen om te starten met landelijke registratie van, in eerste instantie, de vol-elektrische koelingen en deze te koppelen aan voertuigkentekens. Daarmee kan een gemeente het privilege eenvoudiger toetsen – en een vervoerder eenvoudiger aanvragen.
Ondersteuning gemeenten
De invoering van zero-emissie zones draagt, behalve aan lokale doelen, bij aan de landelijke doelstellingen en afspraken om de CO2-uitstoot te reduceren. Om te voorkomen dat de beschikbare financiële middelen en/of capaciteit een reden zijn voor gemeenten om af te zien van de invoering van een zero emissie zone, kan ondersteuning vanuit het Rijk gewenst zijn om de landelijke doelstellingen te realiseren, stellen de onderzoekers bij de evaluatie van de milieuzones.
Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat