Albert Heijn heeft ambitieuze klimaatdoelstellingen: in 2030 45% minder CO2-uitstoot van land tot klant tegenover 2018 en voor 2050 netto-nul uitstoot. Albert Heijn gaat die duurzaamheidsambities versnellen. Van de eigenmerkproducten en recepten kunnen klanten op de verpakking de CO2-uitstoot zien. Maar ook van leveranciers en transporteurs verwacht AH meer inzet.
Veel klanten willen hun uitstoot verminderen, maar missen duidelijke informatie voor een goede keuze. Albert Heijn maakt het op deze manier klanten makkelijker om te begrijpen wat het effect is van verschillende soorten eten en drinken op het klimaat. Albert Heijn is de eerste supermarkt in Nederland die dit doet. Voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal vindt het initiatief een goede stap.
Albert Heijn start met die producten, waarvan het bedrijf precies weet hoeveel de keten (van landbewerking tot koeling in de winkel) uitstoot. Daarbij maakt Albert Heijn gebruik van een internationale standaardmethode om de klimaatvoetafdruk van producten te meten.
CO2-wolkje
Later komt er een CO2-wolkje op nog eens duizend eigenmerkproducten. Die geeft een inschatting. “Van veel producten is het lastig om de uitstoot over de hele keten te meten, omdat niet alle leveranciers daarover communiceren”, legt AH duurzaamheidsmanager Anita Scholte op Reimer uit in dagblad Trouw. “Daarom kijken we per product wat er aan algemene, wereldwijde data beschikbaar is. Op basis daarvan maken we dan een inschatting.”
Klimaatvoetafdruk
De klimaatvoetafdruk kent drie niveaus. Scope 1 emissies zijn de directe CO2-emissies die zijn uitgestoten. Bijvoorbeeld CO2-emissies die vrijkomen bij de verwarming van winkels en kantoren of diesel in de vrachtauto’s van de winkelketen. Volgens McKinsey is dat in de food 2,5% van de totale emissies. Die pak je aan met minder derving, duurzame magazijnen en kantoren, duurzame winkels, anders verpakken en duurzaam transport. De scope 2-emissies komen van energie, zoals de CO2-emissies die vrijkomen bij het maken van elektriciteit. De uitstoot van deze broeikasgassen vindt ergens anders plaats, maar is wel direct toe te wijzen aan het verbruik van het bedrijf. McKinsey heeft ook dit berekend. Dat is 4,4% van de totale emissies. Een kwestie van duurzaam inkopen.
De overige 93% zit in scope 3. Dat zijn alle CO2-emissies die zijn uitgestoten bij de ketenoperaties bij leveranciers en klanten. Dit zijn bijvoorbeeld de grondstofwinning van de producten die de supermarkt verkoopt, het transport van producten, de productieprocessen bij leveranciers, het gebruik van vliegtuigen voor dienstreizen en de verwerking van afval. Hiervan komt 64% van toeleveranciers. Met hun kun je natuurlijk goede afspraken maken over het terugdringen daarvan. Dat doet Albert Heijn ook. Dan moet de kwaliteit van de aangeleverde data voor alle rekensommen wel volledig en nauwkeurig zijn; welke maatregel heeft impact?
De uitstoot bij de consument
Scope 3 omvat de uitstoot bij de consument. Dat is in de levensmiddelensector maar liefst 29%. Dit komt door wat consumenten thuis weggooien, hoe ze naar de winkel gaan en de energie die ze gebruiken bij koken. De klimaatneutrale ambities van winkelketens betekent dat je ook moet nadenken over hoe je al die verschillende consumenten met je assortiment, versheid, bezorgdiensten, communicatie en misschien wel enige opvoeding moet meenemen bij de klimaatambities.
De verantwoordelijkheid van de supermarktketen stopt niet bij de kassa. Met de informatie aan klanten over de CO2-uitstoot tot in de winkel zet Albert Heijn wel een goede stap in het betrekken van de klant bij de verduurzaming. Je kunt niet meer zeggen dat je het niet hebt geweten. Hopelijk gaan de producenten van de merkproducten snel volgen.
Walther Ploos van Amstel.
Lees het duurzaamheidsverslag van Albert Heijn hier.
Foto: Albert Heijn