Amsterdam presenteerde afgelopen vrijdag een Werkplan Stedelijke Logistiek voor de periode tot 2025. Het doel van dit werkplan is als gemeente in staat te zijn om na 2025 scherpere en beter onderbouwde beleidskeuzes voor stedelijke logistiek te kunnen maken, binnen de uitgangspunten van Amsterdam Maakt Ruimte. Het is (nog) geen uitvoeringsagenda.
De gemeente wil de transitie naar schone, lichte, veilige en efficiënte logistiek aanjagen en stimuleren. Deze transitie zal jaren in beslag nemen, ook na 2025. De subdoelstellingen weerspiegelen dit langjarige perspectief:
- De logistieke sector – ontvangers, verladers en transportondernemers – weet wat er van hen wordt verwacht bij gemeentelijke regels, is in staat zich aan die regels te houden en doet dit ook.
- De gemeente is in staat om actief, bewust en eenduidig te sturen op stadslogistiek.
- Essentiële en innovatieve kennis is effectief opgehaald en toegepast
Wethouder van verkeer van der Horst zegt erover: “Logistiek is van levensbelang en het is een enorm ingewikkelde klus in onze drukke en groeiende stad en de regio rondom de stad. De groeiende logistieke stromen hebben dan ook veel impact op de leefbaarheid in de stad. Tegelijkertijd is de logistiek juist nodig om de stad leefbaar te houden. Daar moeten we de balans in vinden. Ieder in zijn of haar eigen rol”.
Amsterdam maakt ruimte
De gemeente werkt, onder de noemer ‘Amsterdam maakt ruimte’, aan een vertaling van de Omgevingsvisie 2050 voor mobiliteit en openbare ruimte. Belangrijk uitgangspunt is dat we al onze maatregelen en investeringen realiseren binnen de ecologische grens (klimaatadaptatie, klimaatmitigatie, circulair en biodivers), de sociale grens (gezond, veilig, inclusief en betaalbaar) en de uitvoerbaarheidsgrens (middelen, capaciteit). Deze grenzen laten zien dat de gemeente niet meer alles in de stad kan faciliteren. Dit leidt tot andere, soms misschien pijnlijke keuzes omdat scherper gekeken moet worden naar wat wel en wat niet meer past.
Voor logistiek kan dit betekenen dat in de toekomst sommige vormen van bevoorrading in bepaalde gebieden niet meer mogelijk zijn omdat de impact ervan te groot is. Daar staat tegenover dat de betaalbaarheid van bijvoorbeeld producten en diensten sterk afhankelijk is van de kosten die gemaakt moeten worden voor onder andere het transport. De bevoorrading van de stad is daarmee ook een sociaal dossier, staat in de het werkplan.
Maatregelen
Over de maatregelen zegt de wethouder: “Daarom nemen wij als gemeente allerlei maatregelen: een uitstootvrije zone, de Zone zwaar verkeer en lokale gewichtsbeperkingen, minder ruimte voor laden en lossen. Daarmee vragen we veel van het bedrijfsleven. Bedrijven willen meedoen, maar hebben duidelijkheid nodig over wat we verwachten en waar mogelijkheden zijn om samen te werken aan nieuwe oplossingen. Zodat we samen kunnen bedenken hoe dan wel. En samen de logistieke voetafdruk kunnen verkleinen, maar met volle schappen met producten die betaalbaar zijn voor alle Amsterdammers”.
De activiteiten en maatregelen voor het programmateam Stedelijke Logistiek zijn onderverdeeld in zeven pijlers:
- Gebiedsgerichte advisering: gericht op zo efficiënt mogelijk logistieke ruimte creëren in de bestaande en de nieuwe stad.
- Logistieke hubs: mogelijk maken en bevorderen van logistiek efficiënte oplossingen (bundeling/vollere (uitstootvrije) vrachtvoertuigen de stad in).
- Transport over water: mogelijk maken/bevorderen van deze logistiek efficiënte oplossing (want minder vrachtvoertuigen op de weg).
- Data, informatie en kennis verzamelen: hiermee maken we betere beslissingen mogelijk op basis van feitelijke informatie en kunnen we de markt beter bedienen met data zodat zij hun logistiek schoner, veiliger, lichter en efficiënter kunnen organiseren.
- Sturinginstrumenten optimaliseren: om logistiek beleid aan te passen of in te stellen (en goed uit te voeren) wat de logistiek schoner, veiliger, lichter, efficiënter maakt.
- Samenwerken en contact organiseren: met de relevante partijen in de logistieke ketens samenwerken en om één integraal verhaal te houden.
- Monitoring: de effecten van beleid, maatregelen en sturingsinstrumenten analyseren, de voortgang te bewaken, leren en kunnen rapporteren over de resultaten en de mogelijke knelpunten.
De maatregelen komen naast de voorgenomen zero-emissie zone in Amsterdam waarover in het eerste kwartaal van 2024 een definitief besluit wordt genomen.
Prioriteiten
In het werkplan ligt de focus op:
- De segmenten bouw- en horecalogistiek omdat dat de grootste logistieke stromen zijn en hier naar verwachting vooralsnog het meeste resultaat kan worden behaald;
- Bedrijven te stimuleren om vracht te bundelen (bijv. via hubs) en over water te transporteren waar mogelijk. Onder meer door een strategie te ontwikkelen om in de toekomst voldoende ruimte voor laden en lossen en overslagplaatsen (in en aan de rand van de stad) te verkrijgen en behouden;
- De Wallen en De Oude Pijp als belangrijkste gebieden waar de druk het hoogst is en waar met prioriteit wordt meegeholpen in de gebiedsaanpak;
- De gebiedsontwikkeling/transformatie omdat hier nog de kans ligt om vanaf het ontwerp passende ruimte te organiseren voor logistiek zodat het later voor minder problemen hoeft te zorgen;
- Een lerende aanpak. Het integraal sturen op logistiek binnen de gemeente is nieuw, en is er behoefte aan een inhaalslag op logistieke kennis en data;
- Een samenwerkende aanpak. Logistiek is een private aangelegenheid. Samenwerking met de logistieke sector is dan ook cruciaal voor het halen van de doelen. Niet alleen met het bedrijfsleven in de Commissie Bevoorrading Amsterdam (CBA) en Logistiek020, met kennisinstellingen zoals Hogeschool van Amsterdam (HvA) en TNO, maar ook intern binnen de gemeente en met de regionale en nationale partners zoals provincie, Vervoerregio, Rijkswaterstaat, G4 etc.
Financieel
In de jaren 2023 tot en met 2025 is € 7,4 miljoen beschikbaar vanuit het Programma Stadsverbetering. Daarbij wordt samengewerkt met de Vervoerregio, het Ministerie van IenW, de G4-gemeenten en CROW. Er zijn Europese subsidies aangevraagd voor specifieke onderzoeken. Beschikbaarheid van middelen vanaf 2026 is afhankelijk van begrotingskeuzes en keuzes uit de nieuwe koers Amsterdam Maakt Ruimte.
Kritische ondernemers zullen denken dat het werkprogramma nog weinig concreet is voor de strategische besluitvorming over hun vloot, logistiek concept en hublocaties. Schuift het Amsterdamse college hiermee de beslissingen niet enkele jaren vooruit? Dat zou jammer zijn.
Op 31 januari 2024 organiseert het programma een werkconferentie ‘Samen naar een nieuwe Amsterdamse Logistiek’. Hierbij gaan vertegenwoordigers van bedrijven, kennisinstellingen, koepelorganisaties en overheden met elkaar in gesprek over nieuwe oplossingen voor de logistiek in Amsterdam.