In 2020 hebben de EU-landen afgesproken om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Om dit doel te kunnen halen heeft de EU overeenstemming bereikt over verhoging van het 2030-tussendoel, van 40% naar tenminste 55% reductie van broeikasgassen ten opzichte van 1990. Deze ophoging zal ook leiden tot een aanvullende reductieopgave voor mobiliteit
De studiegroep Invulling klimaatopgave Green Deal werd door het kabinet ingesteld om de gevolgen van het hogere Europese reductiedoel voor het nationale klimaatbeleid te analyseren om bouwstenen uit te werken voor de invulling van de aanvullende reductieopgave. Bij de komende kabinetsonderhandelingen spelen vragen als: vasthouden aan het doel van 100% emissievrije verkoop van nieuwe personenauto’s in 2030 met een fiscaal stimuleringspakket (2025-2030) en worden de autobelastingen hervormd naar een systeem van betalen naar gebruik?
Voor klimaatneutraliteit zijn elektrische voer- en vaartuigen onmisbaar
Bij personenauto’s zijn al emissievrije varianten voorhanden, namelijk elektrische auto’s met zowel batterijen als met brandstofcellen (waterstof). Voor de zwaardere klassen van voertuigen zal de nadruk mogelijk meer liggen op brandstofcellen. Voor klimaatneutrale mobiliteit zijn voldoende beschikbaarheid van hernieuwbare elektriciteit en laad-, tank- en netinfrastructuur randvoorwaarden. Het is denkbaar dat het wagenpark via smart charging flexibiliteitsdiensten levert aan het elektricteitnet.
Voor de personen- en bestelauto’s en binnenvaart is een overstap naar batterij-elektrische aandrijving in 2030 de dominante strategie, bij vrachtauto’s, lucht- en zeevaart is waterstof een belangrijke aanvulling hier op. Naast vergroening van de modaliteiten vraagt het verduurzamen van ons mobiliteitssysteem ook een verandering van ons (reis)gedrag.
CO2-vrije, duurzame (bio)brandstoffen in verbrandingsmotoren worden gezien als een onmisbare maar tijdelijke oplossing
De intentie is biobrandstoffen in 2050 vooral in te zetten in de lucht- en scheepvaart. Ook circulaire mobiliteitsproducten kunnen een rol gaan spelen. Een voorbeeld is circulaire productie van batterijen, en mogelijk hergebruik ervan voor het balanceren van het net.
In 2050 zal ons mobiliteitsgedrag anders zijn dan nu. Dat is nodig om de druk op de energievraag en het vervoerssysteem te beperken
De totale hoeveelheid gereden kilometers moet dalen, waarvoor gedragsverandering noodzakelijk is. Ook innovatie-gedreven efficiëntere vormen van verplaatsing zijn hiervoor nodig. Tevens is een grotere rol weggelegd voor fietsen, deelmobiliteit, openbaar vervoer en zelfrijdende voertuigen.
De snelheid van de verduurzaming van de mobiliteitssector wordt vooral gedicteerd door de natuurlijke vervangingsmomenten van voer- en vaartuigen
In het Klimaatakkoord is afgesproken dat wordt gestreefd naar 100% emissieloze nieuwverkoop van personenauto’s vanaf 2030; vooral met batterij-elektrische voertuigen. In 2020 is de gemiddelde sloopleeftijd ruim 18 jaar voor personenauto’s en ruim 16 jaar voor bestelauto’s. De verwachting op basis van trendextrapolatie is dat deze gemiddelde leeftijd van sloop in 2030 ruim 2 jaar is gestegen naar ruim 20 en ruim 18 jaar.
Voor personenauto’s is daarmee de verwachting dat, zonder vroegtijdige uitfasering en afschrijving, de helft van de nieuwverkopen uit 2030 gesloopt is in 2050 en 95% pas in het jaar 2056. Op basis hiervan ligt een streven naar 100% emissievrije nieuwverkopen vanaf 2030 voor de hand, met een zo snel mogelijke ingroei naar 100% nulemissie voertuigen in de nieuwverkopen tussen 2025 en 2030. Vrachtauto’s kennen over het algemeen een kortere levensduur van 7 á 8 jaar, maar ook daar moet vóór 2030 al een impuls aan verduurzaming worden gegeven.
Ook wanneer de doelstelling van 100% elektrisch vervoer nieuwverkoop in 2030 wordt gerealiseerd blijft de samenstelling van het personen- en bestelwagenpark nog lang dominant fossiel. Om emissies van deze voertuigen verder te kunnen verminderen na 2030 is reductie van het aantal fossiel gereden kilometers noodzakelijk. Invoeren van ‘betalen naar gebruik’ is daarbij van wezenlijk belang.
De overgang naar duurzame mobiliteit vraagt om een passende infrastructuur
In het Klimaatakkoord zijn 1,7 miljoen laadpunten voorzien voor personen- en bestelauto’s. Dat groeit richting 2050 mee met de verdere elektrificatie van het wagenpark. De infrastructuur voor vrachtverkeer vraagt om een andere opzet en zal uiterlijk in 2050 geheel gereed moeten zijn om aan die energievraag te voorzien.
Bron: Bestemming Parijs