De onderzoekers van TwijnstraGudde stellen voor de huidige stimulans van de inzet van biobrandstoffen in het lichte wegtransport af te bouwen. De verwachting is dat de concurrentie om biogrondstoffen gaat toenemen vanwege toenemend gebruik in de internationale scheep- en luchtvaart, en andere sectoren zoals de chemie en de bouw. Dit stelt TwijnstraGudde in een onderzoek voor het ministerie van IenW.
Het nog niet vast te stellen wat de exacte toekomstige mix van hernieuwbare brandstoffen (en dus gebruik van biogrondstoffen) zal zijn per sector in 2030 of in 2050. Dit komt met name door de verscheidenheid aan biogrondstoffen, productietechnologieën en diversiteit aan toepassingen in de verschillende transportsectoren. Beleidskeuzes op nationaal en internationaal niveau hebben grote invloed op deze onzekerheden.
Geen probleem met beschikbaarheid verwacht
In verschillende onderzoeken wordt aangetoond dat er in de toekomst voldoende biogrondstoffen beschikbaar zullen zijn (in de EU en wereldwijd), om aan de vraag naar duurzame biogrondstoffen in Nederland voor de verschillende (transport)sectoren te voldoen. Er worden geen knelpunten bij de beschikbaarheid verwacht voor 2030, ook als de samenhang met andere sectoren wordt bekeken en rekening houdend met de mainport-functie van de Nederlandse (lucht-)havens.
Over de herkomst van biogrondstoffen in 2030 en 2050 kunnen beperkt uitspraken worden gedaan. Het is op dit moment een mondiale markt, mede afhankelijk van het type biogrondstof. De verwachting is dat dit in 2030 en 2050 ook zo zal zijn. De EU heeft de potentie om in de eigen behoefte aan biogrondstoffen kunnen voorzien.
Er kan wel worden vastgesteld dat biobrandstoffen en e-fuels richting 2050 veruit het grootste aandeel van de brandstofmix voor de lucht- en scheepvaart vertegenwoordigen. Voor wegtransport wordt de rol van biobrandstoffen, kleiner en nemen nul-emissie-alternatieven als elektrische- en waterstofaandrijving de markt verder over.
De weg vooruit
De onderzoekers stellen voor de huidige stimulans van de inzet van biobrandstoffen in het lichte wegtransport en de luchtvaartsector af te bouwen. De alternatieven zijn beschikbaar, en zo komen de schaarse biogrondstoffen/brandstoffen beschikbaar voor de transportsectoren die lastiger te verduurzamen zijn, zoals het zware wegtransport, en de lucht- en scheepvaart.
Daarnaast stellen de onderzoeker voor de innovatie in, en opschaling van, de productie van geavanceerde biobrandstoffen op te schalen, en de opbouw van productiecapaciteit van biokerosine en synthetische kerosine voor luchtvaart, waterstof voor de transportsector en synthetische brandstoffen voor de scheepvaart in Nederland te versnellen.
Bron: rapport Ministerie IenW