Burgers nemens steeds vaker een nieuwe rol in ten opzichte van de overheid en het bedrijfsleven bij het leveren van producten en diensten zoals energie en transport. Denk aan burgerinitiatieven zoals buren die gezamenlijk windturbines aanschaffen, woningverhuur via Airbnb en deelvervoer met buur(t)auto’s
Spanning
De bestaande publieke structuren worden door dit soort initiatieven uitgedaagd en dat levert spanning op tussen de publieke sector en dit soort initiatieven. Want wie is waarvoor verantwoordelijk? En hoe zorg je dat publieke waarden als gelijkheid, rechtvaardigheid en privacy worden gewaarborgd in deze initiatieven die niet gereguleerd zijn? Dit soort vragen stonden centraal in het NWO-MVI project ‘Governing crowd-based innovation’ (CBI).
Crowd-based innovations schieten overal de grond uit. In dit onderzoek werden ontwikkelingen binnen drie verschillende topsectoren met elkaar vergeleken. Eefje Cuppen deed onderzoek naar de energiesector, Bram Klievink boog zich over de logistieke sector en Neelke Doorn keek naar de watersector.
Logistiek: samen bezorgen
Bezorgen is een van de snelst groeiende markten en kent veel crowd-based innovaties. Vanaf 2015 ontstonden tientallen bedrijven met freelance koeriers en thuis afhaalpunten. De figuur hieronder zet 23 van deze bedrijven neer op grootte/groei en het type bezorgen.
Boven staat bezorgen in de privésfeer, waarbij mensen hun eigen huis (Via Tim, Thuisgekookt) of vervoersmiddel inzetten en het naast een vergoeding vooral gaat om het sociale contact (sociaal bezorgen).
Onder staat het andere uiterste, waarbij de opdracht vooral binnen de context van een bedrijf plaatsvindt (bedrijfsmatig bezorgen).
De tussencategorie gaat vooral om klusjes die mensen er zelfstandig bij doen om wat extra te verdienen (zelfstandig bezorgen).
Ook staat in de figuur welke bedrijven overheidssteun kregen, onder de deeleconomie vallen en welke gestopt zijn.
Go big or die trying
Bijna een kwart van de bezorginitiatieven is gestopt. Dat zijn kleine, mislukte startups (Saddl, Sjip It en Parcify) en bedrijven die groot, maar niet groot genoeg werden (Foodora). Zoals de website van het voormalige Saddl het omschrijft: ‘in the end, delivery is a numbers game and you need enormous volume to keep the business running.’
Aan de andere kant zitten maatschappelijk gerichte grassroots initiatieven (Dropper, Bun Run) die moesten overleven in een commerciële markt die gedijt bij schaalgrootte. Het is moeilijk om beide dingen, maatschappelijk en economisch, goed te doen.
Groei vraagt om bedrijfsmatig werken
Sommige bedrijven pasten hun bedrijfsmodel aan. Bij bezorgen gaan deze verschuivingen of pivots in de richting van bedrijfsmatig bezorgen. Waar in eerste instantie kleine pakketdiensten als Trunkrs inzetten op een deeleconomie model (Lees: neem een pakje mee voor je buurman), bleek dit in de praktijk te complex en stuitte op weerstand van webshops. Om in te spelen op de wensen van same-day delivery was een centraal model van ‘inplannen en route maken’ schaalbaarder (Trunkrs en TringTring). Dit vermindert de zelfstandigheid van bezorgers, omdat zij niet meer zelf kunnen bepalen wanneer zij werken.
Bij de snelgroeiende maaltijddiensten (Uber Eats en Deliveroo) vindt ook een (gedwongen) verschuiving plaats van zelfstandig bezorgen naar bedrijfsmatig bezorgen. Daar oordeelde de rechter over schijnzelfstandigheid en verplichtte Deliveroo om bezorgers die dat willen, in dienst te nemen.
In 2015 kwamen verschillende deeleconomie-platforms op om de logistiek efficiënter in te richten. Anno 2021 zijn de meeste deelplatforms gestopt, alleen degene die grote goederen als meubilair en witgoed vervoeren zijn overgebleven. Het ‘delen’ richtte zich op het benutten van lege capaciteit in scooters (Dropper), auto’s (Just Cargo, Sjip It en Trunkrs) of busjes (Brenger, PickThisUp) die toch al een bepaalde route rijden. Op die manier wordt onbenutte ruimte van bijvoorbeeld professionele vervoerders gevuld (Brenger), kan de crowd een extra zakcentje verdienen aan hun gehuurde bus (PickThisUp) of kan de pizzabezorger ook een bloemetje meenemen voor de buurvrouw (Dropper).
Sociaal bezorgen ≠ snel groeien
De snelle groeiers vallen allemaal onder bedrijfsmatig– en zelfstandig bezorgen. De categorie sociaal bezorgen groeit langzamer. De eerste twee modellen kennen grotere schaalvoordelen. Hoewel sociale bezorging vijf jaar geleden veel aandacht kreeg, zit hier veel minder groei. Een aantal van de sociaal gerichte bedrijven krijgt publieke steun in de vorm van subsidies of investeringen.
Nadruk op duurzaam
Bijna alle bedrijven, ook de commerciële, benadrukken dat zij niet alleen economische waarde, maar ook een beter milieu en sociale waarde opleveren. Bij pakketbezorgers ging het in 2015-2017 vooral om efficiënt transport, met minder vervoersbeweging en bijbehorend effect op opstoppingen en luchtkwaliteit. De laatste jaren ligt de nadruk juist op schoon transport, door elektrische auto’s en fietsen in plaats van dieselbusjes en brommers. Een gevolg van de grote groei van pakketbezorging is dat routes en belading veel efficiënter werden. Studies naar het meenemen van pakketjes door mensen die ‘toch al’ onderweg waren, laten zien dat juist deze deeleconomie-oplossingen tot extra kilometers leiden.
Het plot
De golf aan crowd-based innovaties die vijf jaar geleden opkwam en nog steeds voortduurt, heeft nieuwe manieren van werken en organiseren opgeleverd.
Waarschijnlijk zal een aantal van deze ontwikkelingen op elkaar inhaken, op manieren en onderwerpen die we ons nog niet kunnen voorstellen. Zoals de manier van denken achter crowd-based activiteiten, de data, de platforms, andere samenwerkingen. Neem de energiesector: nee, energiecoöperaties gaan niet dominant worden, maar er is nu wel veel meer aandacht voor participatie, lokale context en inspraak. Dat alles is mede een gevolg van crowd-based innovaties die veel in beweging hebben gezet. Misschien niet zo disruptief, maar de maatschappelijke impact is er niet minder belangrijk om.
De onderzoekers vertrokken bij dit onderzoek met het doel om publieke waarden in crowd-based innovaties beter te borgen. Aangezien deze innovaties nog niet heel groot zijn geworden – ondanks vele beloftes, dynamiek en het harde werk van velen – was dat achteraf niet de belangrijkste opgave.
Het onderzoek heeft laten zien dat de publieke waarde van CBIs wel groot is. Als aanjagers, uitdagers én bewakers van publieke waarden. Laten we daarom hopen dat de ruimte voor deze innovaties groot blijft.