De gemeente Amsterdam kondigde eerder dit jaar aan het tempo waarin kades worden vernieuwd te gaan opvoeren van 3 kilometer kade per jaar naar 10. Dat betekent dat ook als de snelheid van werken omhooggaat, de stad nog steeds zeker twintig jaar bezig zou zijn. Hoe kan Amsterdam met zijn kwetsbare kades omgaan? Parool maakte een rondje langs de experts.
Dirk Jan Peters, onderzoeker aan de TU Delft en verbonden aan AMS Institute is stellig. Je moet af van het idee dat je alles rigoureus moet vervangen. In Parool zegt hij: “Dat kan de stad niet aan, het duurt te lang. En het hoeft ook niet. Ons onderzoek is erop gericht om vast te stellen onder welke condities je veel kades toch kan behouden. Je moet differentiëren in je aanpak: sommige plekken zul je wel helemaal opnieuw moeten aanleggen, op andere plekken kun je slimme dingen verzinnen om de problemen op te lossen. Alles hangt af van de staat waarin de kade zich bevindt en hoe zwaar die wordt belast.”
Slimmer omgaan met zwaar verkeer
Je moet vooral slimmer zijn, zegt Walther Ploos van Amstel, want alle vrachtwagens weren uit de stad is een illusie: “Je kunt best een deel van het vrachtverkeer verbieden in de stad te komen, maar winkels moeten worden bevoorraad. Eén grote vrachtwagen weigeren, betekent dat die lading wordt overgenomen door twaalf bestelauto’s. Voor sommige supermarkten zou dat betekenen dat er dagelijks honderd bestelauto’s langs moeten. Dat kan niet.”
Je moet zwaar verkeer beter disciplineren en controleren. Ploos van Amstel in Parool: “Veel zwaar verkeer rijdt te hard. Een vrachtwagen van 4 ton die 30 kilometer per uur over een kade rijdt, of tegen een brug op, die rijdt de boel aan gort. En dat gebeurt. Dwing transportbedrijven hun ritgegevens af te staan: het gewicht van de beladen auto en de snelheid. Die gegevens zijn bekend, die zitten in de boordcomputer. Daar kun je als gemeente dan eisen aan stellen: op die plek mag je 30 rijden, in dat andere straatje maar 11. En als ze zich er niet aan houden: bekeuringen uitschrijven. Dat kan allemaal digitaal.”
Ploos van Amstel. “Dwing als gemeente transportbedrijven daar beter over na te denken. Ze zullen misschien zeggen: dat is lastig, maar het kán gewoon. De gemeente moet die eisen stellen: zij is de baas over de infrastructuur, over de kades. Dan mag je ook spelregels bepalen. Dat lijkt me logisch”.
Bouwmateriaal over water
André van Stigt was de architect van Hotel MAI op de Geldersekade. Hij besloot de bouwmaterialen zo veel mogelijk aan te leveren over de gracht. Van Stigt, “Je moet beter nadenken hoe je je werk organiseert. Er was weerstand, bouwers dachten: met de boot? Wij laten onze bouwmaterialen liever aanleveren per vrachtauto. Zo doen we het toch altijd?”
De bouwer wilde het wel proberen, maar eiste ook meer bouwbudget. De bouwer moest het hele bouwproces nog meer dan normaal tot in het kleinste detail voorbereiden. Van Stigt schat dat 85 tot 90 procent van de bouwmaterialen uiteindelijk over het water is aangevoerd.
De gemeente heeft zelf ook een rol, zegt Ploos van Amstel: “De helft van het totale gewicht aan bouwmaterialen die de stad doorgaan, is van de gemeente zelf. Beton, baksteen, zand. De stad zal zelf het voortouw moeten nemen”.
Afval over water
Van Stigt ziet kansen voor afval over het water. In Parool zegt hij: “Kleine, lichte vuilniswagentjes die vuilnis in speciale schuiten takelen. Dan ben je af van die zware wagens. Er zijn ook succesvolle tests mee gedaan. En: kijk ook eens naar de afvoer van bedrijfsafval: iedere ondernemer sluit een eigen contract af voor het ophalen van het vuil. Gevolg is dat in kleine straatjes soms wel vier vuilniswagens achter elkaar langskomen. Amsterdam kan de kades alleen redden als we fundamenteel anders gaan denken en we ons ook daadwerkelijk anders gaan organiseren.”
Lees het hele artikel uit Parool hier.