De knip op de Weesperstraat wordt de waterscheiding in het Amsterdamse mobiliteitsbeleid. Gisteren in het debat in de gemeenteraad bleek opnieuw hoe de pilot met de knip de Amsterdammers steeds verder verdeelt en dat een echte visie mist.
Het debat draaide in rondjes
In het debat werd alles erbij gesleept door de wethouder en de raadsleden. De acute problemen met de nooddiensten, inclusieve mobiliteit, de mobiliteitsproblemen in de regio en meer ruimte voor voetgangers en fietsers. De insprekers waren ongekend hard over de pilot.
Het debat draaide ruim twee uur in rondjes. Er werd niets bereikt. Gelukkig was de wethouder deze keer goed voorbereid. Opvallend was dat de wethouder ‘resultaten’ noemt, maar de metingen alleen in de laatste twee weken gebeuren. Je vraagt je af wat er dan intussen allemaal bekend is. Het team waardeert geen pottenkijkers?
Geen integrale visie op mobiliteit en openbare ruimte
GroenLinks sprong in het debat in de bres voor mensen die naar de marge van de ruimte zijn verdrongen, zoals voetgangers. Vorige week heeft dit college, met GroenLinks, juist de ruimte voor de voetganger gemarginaliseerd. De wethouder heeft het bij het agendapunt deelvervoer ook ineens over STOMP en meer ruimte voor de voetgangers. Terwijl ze juist de keuze maakt voor meer deelscooters op de stoep. Wie snapt het nog?
Door tijdsgebrek behandelde de gemeenteraad belangrijke agendapunten als touringcars, luchtkwaliteit, verkeersveiligheid en uitstootvrij niet. De integrale visie op mobiliteit mist en de uitvoering van meerdere dossiers vertraagt steeds verder, omdat de verschillende deelplannen niet op elkaar aansluiten en de belangen van ‘stakeholders’ niet zijn meegewogen. Dat is niet goed.
Amsterdam en de regio lopen vast
Zo kan het eigenlijk niet verder. Iedereen erkent de problemen van de groeiende mobiliteit. Alleen al Amsterdam krijgt 250.000 nieuwe Amsterdammers en 200.000 extra banen in 2050. Als we niks doen loopt het vast, niet alleen in Amsterdam, maar ook in de regio.
De pilot met de knip maakt pijnlijk duidelijk dat het college geen visie heeft op de mobiliteit en (in brede zin) de openbare ruimte. Niet alleen mist een visie op mobiliteit in Amsterdam, maar ook op de verbinding met de regio. De pilot met de knip gaat hier niets leren.
Symptomatisch is de korte zienswijze op de toekomstplannen van de Vervoerregio. Gezien het belang van bijvoorbeeld openbaar vervoer (waar de Vervoerregio over gaat) is de zienswijze van de gemeente ronduit mager.
Bouwstenen voor een visie
Een visie op mobiliteit lijkt simpel. Welk mobiliteitsgedrag wil je stimuleren, faciliteren en misschien zelfs reguleren? Maak speficiek beleid voor doelgroepen als bewoners, werknemers, studenten en bezoekers. Zowel voor de mobiele als minder mobiele doelgroepen. Dan moet je eerst nadenken over welke ‘brede welvaart’ doelen je voor ogen hebt. Mobiliteit betekent zoveel meer dan alleen doorstroming, verkeersveiliheid en schone lucht.
De maatregelen zijn goed te benoemen:
- Beperk het autobezit en autogebruik met selectieve toegang in buurten; digitaal intelligent of met harde knippen.
- Zet in op eerlijk deelvervoer.
- Beperk het private parkeeraanbod.
- Stimuleer lopen, fietsen en micromobiliteit met meer ruimte en serieuze hoofdnetten.
- Zorg voor goed openbaar vervoer (in de stad en de regio); beschikbaar, betrouwbaar en betaalbaar. Bouw het openbaar zeker niet verder af.
- Pak de stadslogistiek aan (ook over water) en maak daarvoor ruimte in stadshubs.
- Kom met een taxibeleid als onderdeel van openbaar vervoer en het aanbod van deelvervoer.
- Regel het verkeer met ‘smart mobility’ en geef reizigers intelligente reisadviezen.
- Pak de verkeersveiligheid aan. De plannen voor 30 km/uur zijn een goede start. Minder verkeer is nog beter. Dan komt er ruimte voor fietsstraten.
- Maak een betuttelende norm voor verkeersgedrag en handhaaf op bestaande regels. Gedrag is de onbesproken olifant in de kamer.
- En overleg met iedereen! Zonder een betrokken ‘community’ gaat het niet werken.
Hypermobiliteit
Bovenal: pak de hypermobiliteit van de Amsterdammers aan. Zijn we niet allemaal een beetje overmobiel geworden? Meer dan 60% van de mobiliteit is pretmobiliteit. Bij een workshop over mobiliteit in de toekomstige Havenstad kwamen vooral oplossingen voorbij om de bewoners en werkenden zo snel mogelijk in en uit de wijk te krijgen; mobiliteitsaanbod, doorstroming en veel gemak. Waarom zou je de mensen steeds de wijk in en uit willen jagen? Havenstad wordt toch wel een leuke wijk, hoop ik. Amsterdam is zeker nog geen 15-minuten stad voor iedereen.
Leiderschap?
Natuurlijk zijn de belangen soms groot en tegengesteld. Het gaat allemaal niet passen in de openbare ruimte die er is. Je moet keuzes maken. Dat vraagt om leiderschap, in de regio, en soms een harde top-down benadering. Er is een masterplan nodig dat vervolgens richtinggevend is voor het beleid over voetgangers en fietsers, verkeersveiligheid, autoverkeer en stadslogistiek en vooral voor de inrichting van (nieuwe) buurten.
Overigens gaat mobiliteit veel verder dan de portefeuille van een enkele verkeerswethouder. Dit raakt ook de ruimtelijke ordening van de stad, de digitalisering en de economie van de stad. Waar zijn de wethouders in het gesprek.
Lokaal, in de buurt, is er vervolgens ruimte om met participatie van bewoners en ondernemers de uitwerking in detail te doen. Daar is ruimte voor maatwerk binnen de kaders van het masterplan.
De vraag is wel: hoe gaan we dat doen met de verkokerde organisatie binnen de gemeente? Wel kennis en competenties zijn nodig? Welke kennis kunnen we halen (en delen) met andere Europese steden? Het is naïef om te denken dat de mensen die deze problemen hebben bedacht, die problemen ook kunnen oplossen.
De verbonden stad (en regio)
In een reactie op de beleidsplannen van de Vervoerregio schrijft het Amsterdamse college: “In het nieuwe Beleidskader Mobiliteit van de Vervoerregio wordt ‘de mens als startpunt’ genomen, waardoor er meer ruimte ontstaat voor een doelgroepgerichte benadering van het mobiliteitssysteem en de openbare ruimte. Amsterdam wil een stad zijn voor iedereen. Maar we zien ook dat mobiliteit niet voor iedereen vanzelfsprekend is, bijvoorbeeld omdat deze niet betaalbaar, bruikbaar of beschikbaar is”.
De problemen kennen we nu wel, maar waar blijft dat masterplan dat de stad en de regio weer gaat verbinden op basis van een goed verhaal over wat voor stad (en regio) we willen zijn voor wie? Een masterplan dat gaat over nabijheid, verblijven, verplaatsen en beleven. dat gaat over mensen; bewoners, ondernemers en bezoekers. En niet over voertuigen, fietsen, bussen en andere vervoersmiddelen.
Samen met Luca Bertolini en Marco te Brömmelstroet schreef ik in Parool: “Wat als we in plaats van krampachtig vast te houden aan de schijnzekerheden van het bestaande, de onvermijdelijke onzekerheid van anders denken en doen zouden omarmen?’. Praat niet over een autoluwe stad, maar eerder en consequent over een ontspannen stad, of een verbonden stad, of als je dat liever is, de bruisende stad met mobiliteitsimplicaties als gevolg, niet als vertrekpunt.
De knip op de Weesperstraat wordt de waterscheiding in het Amsterdamse mobiliteitsbeleid. We krijgen zielloos beleid uit de periode voor de knip en inspirerend beleid van de periode na de knip…. hoop ik.
Walther Ploos van Amstel.