In 2015 schreef ik op Logistiek.nl over Picnic: “ik ben er niet van overtuigd dat Picnic daadwerkelijk een winstgevend marktaandeel gaat behalen. Daarvoor ontbreekt de inkoopkracht, de logistieke schaalgrootte en bovenal een goede propositie”. Picnic is inmiddels vijf jaar verder. Misschien wordt er nog geen winst gemaakt; ze kiezen ervoor om hard te groeien. Maar, die vijf jaar brachten absoluut disruptieve en inspirerende lessen die gaan over ‘rust, reinheid en regelmaat’. Of zoals Picnic zelf stelt: melkboer 2.0.
Focus
De belangrijkste les is de focus van Picnic. Niet iedereen, niet alles en niet overal. Met een relatief ondiep assortiment, een beperkt aantal tijdvensters waaruit de consument kan kiezen in zorgvuldige gekozen wijken en beheerst uitrollen. Ondanks een beperkt aantal tijdvensters kreeg de consument meteen bij het bestellen te horen hoe laat de boodschappen zouden komen.
Bezorging? Dat doen ze gratis. Door de lage minimale orderwaarde is de klantretentie hoog. Picnic komt elke week, net als die oude melkman, langs.
Als nieuwe klant moest je wachten tot er een plekje komt. Picnic gaat er speels mee om. Er is een ‘wachtverzachter’ voor de vele duizenden klanten die even nog niet mochten bestellen. Als ‘online only’ speler doe je de bestaande winkels geen schade. Met Albert Heijn Compact lijkt Albert Heijn nu ook te kiezen voor minder complexiteit.
Stuff
We kunnen veel leren van de logistieke ‘stuff’ bij Picnic; de magazijnen en de voertuigen. Geen grote bestelbus, maar lichte elektrische voertuigen die moeiteloos tussen het drukke verkeer door konden. Picnic is klaar voor de autoluwe wijken en zero emissiezones van de toekomst. Picnic werkt aan een eigen innovatief bezorgvoertuig. Zou die ook autonoom kunnen rijden? Als een hondje achter de bezorger aan.
Met de verhuizing naar een eigen centraal magazijn in Utrecht gaat Picnic de toekomst in met robotisering. Efficiency in handling is voorwaarde voor succes met online levensmiddelen. De containers die daar per rit worden voorbereid gaan met grote vrachtwagens naar stadshubs waar ze zonder moeite op het bezorgvoertuig worden overgezet.
Samen met producenten denkt Picnic na over ‘e-commerce ready’ verpakkingen; minder lucht en modulair zodat pickrobots aan het werken kunnen.
Fluff
Picnic is kampioen in de wereld van de logistieke ‘fluff’; het slim gebruiken van data. De producten zijn maximaal vers, met voorkoming van derving. De ordercompleetheid (on time in full no error) is torenhoog. Dat kan alleen maar als je de beste beslissers ondersteunt met de beste ketendata.
Picnic gebruikt ‘big data’ om het ogenschijnlijk onvoorspelbare voorspelbaar te maken (zoals de bezorgtijd per adres). Dan heb je geen verspilling in de bezorging. Met data winnen ze het ook op het plannen van de looptijd van de bezorger tussen het uitstappen en de bestelling afleveren aan de klant. Op die manier kunnen ze ook nauwkeurig plannen wanneer een lege auto weer arriveert in de hub om die vervolgens weer klaar te maken voor een nieuwe bestelling.
Al snel leerde Picnic dat bestaande logistieke software niet scherp genoeg en niet dynamisch kon plannen. De eigen software maakt disruptie mogelijk. Dit bewijst maar weer dat Picnic geen supermarkt is, maar een techbedrijf.
Als andere bezorgbedrijven met fijnmazige distributie op dezelfde manier ideale routes uitzetten, zijn er 25.000 milieuvervuilende bestelauto’s minder nodig in Nederlandse steden. Dat is niet alleen goed voor het milieu en de leefbaarheid, maar scheelt de sector ook nog eens 1,5 miljard euro per jaar.
Gratis bezorgen bestaat wel
De samenwerking met Edeka en de plannen voor verdere uitbreiding in Frankrijk, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. De uitgekiende logistiek, de inkoopkracht samen met Edeka (en straks eigen Picnic producten) en een geweldig team, bieden perspectief op weer 5 mooie jaren. En, ik voorspel je, winst onder aan de streep! Picnic wordt de volgende Amsterdamse unicorn. Gratis bezorgen bestaat wel.
Walther Ploos van Amstel.