In de topsectoren gebeurt innovatie vaak in publiek-private samenwerking in de triple helix met overheid, bedrijfsleven en kennisinstellingen. Die hebben elk hun eigen vraagstukken en belangen, maar vinden elkaar bij het zoeken naar oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Steeds vaker wordt dit model aangevuld met de burger als vierde element in de zogenaamde quadruple helix.
Vaak is in deze samenwerkingen de overheid op een of andere manier financier. Echter, de overheid is ook een echte belanghebbende, op meerdere manieren. Natuurlijk bewaakt de overheid de maatschappelijke uitdagingen. Maar de overheid maakt ook beleid, bepaalt contouren van wat er wel en niet kan, en formuleert specifiek regels. Hiermee vormt de overheid als geen ander het speelveld waarin innovatie zich kan voltrekken.
De rol van de overheid bij innovatie
Een nieuwe TKI Dinalog publicatie gaat over die rol van de overheid bij innovatie en de invloed van beleid en wet- en regelgeving op logistieke innovaties. Prof. Bram Klievink heeft in zijn bijdrage een flinke stap gezet in dit debat over de rol van de overheid. Hij wijst op het belang van integraliteit, afstemming en coördinatie tussen beleid en uitvoering als belangrijke richtsnoeren voor het beoordelen van effectief beleid voor logistieke innovatie.
Adaptief beleid
De suggesties voor het ontwikkelen van adaptief beleid helpt zowel de overheid als de verschillende belanghebbenden aan de kant van het bedrijfsleven om de discussie op een constructieve manier te vervolgen. Het ontwikkelen en implementeren van beleid dat ruimte moet bieden aan innovaties, vraagt om een andere opzet dan meer ‘statische’ problemen. De essentie is dat het besef dat binnen een beleidscontext de technische vraagstukken, en de betrokkenen die die vraagstukken kunnen articuleren, aan beweging onderhevig zijn, waarop op geinformeerde wijze moet worden meebewogen. In brede zin gaat dit over het leren – in beleid – van innovaties.
Dit vraagt om een perspectiefwisseling. Traditioneel hebben overheden de focus op het
reguleren op inhoud (substantive policy), op de spelregels van het proces (procedural policy), of op het reguleren van technologie en hun impact zelf.
De voorbeelden van de spanning met beleid, spelen zich veelal af in de kritieke tussenfase waarin nieuwe technologie zich ontwikkelt richting toepassing in een praktijk die vaak al (sterk) gereguleerd is. Bedrijven en overheden kunnen daar al samenwerkend waarde toevoegen. De literatuur heeft daarin veel aandacht voor een wat juridische en
procedurele kijk op beleid in relatie tot (regulering van) innovaties en experimenten. Ook in drie thema’s die we hierboven hebben besproken, komen diverse knelpunten naar voren die met name in de hoek van procedureel beleid bezien of opgelost moeten worden. Tegelijkertijd zien we in de besproken thematiek ook dat inhoudelijk beleidsdoelstellingen onderling botsen, wat zichtbaar kan worden rondom die innovaties en wat het ontzettend moeilijk kan maken om uit de experimenteerfase te komen. Of beleid is zo gemaakt met bepaalde toepassingen en technieken in beeld, dat een innovatie daar om die reden niet in past, ook al zou deze bij kunnen dragen aan het achterliggende beleidsdoel.
De overheid heeft een bredere verantwoordelijkheid heeft dan enkel innovatie bevorderen. Juist bij het maken van keuzes en afwegingen bij de publieke waarde, heeft het geen zin om in kleine of individuele trajecten en innovaties te denken. Die 1000-bloemen-bloeien aanpak heeft er veel last van dat de regelgeving pas bekeken wordt als een van die bloemen er tegenop groeit.De overheid zou nog meer dan nu, mogen kiezen welke doelen echt belangrijk zijn en welke innovaties op welke wijze daaraan bijdragen. Als dan is gekozen, moet er integraal naar beleid, wet- en regelgeving worden gekeken en onduidelijkheden en knelpunten moeten proactief met de innovators worden opgepakt.
Op het vlak van het scheppen van voorspelbaarheid, lijkt veel te winnen. Gestuurd door de wens tot innovatie en onder toezicht op basis van kernwaarden werkt het bedrijfsleven
met overheidspartners aan innovatie.