Het wegtransport moet in 2050 ‘net zero’ zijn. Ik werd gevraagd om daarover een lezing te geven voor ondernemers. Ik kreeg het Spaans benauwd. Wat ga je vertellen? Gaan de zero emissie zones in steden door? Wordt het waterstof of een batterij in de vrachtwagen? Wat gaan de energieprijzen doen? Kom je nog wel weg met zogenaamd schone biobrandstoffen? Wie gaat de investeringen in voertuigen en laadinfrastructuur betalen? En dan die netcongestie. Er is geen stroom om alle elektrische vrachtwagens en bestelauto’s op te laden. Net als veel ondernemers zie ik door de bomen het duurzaamheidsbos niet meer.
De verduurzamingstrein davert door. Het wegtransport moet in 2030 in de FitFor55 plannen van Frans Timmersmans het werk met 60 procent minder CO2 doen. En in 2050 zelf helemaal ‘net zero’. Het wegtransport is verantwoordelijk voor bijna de helft van de CO2-uitstoot van de mobiliteitssector. Dat moet natuurlijk met veel minder. De Nederlandse overheid en de Europese Commissie gaan transporteurs een duwtje in de rug geven met zero emissie zones, een emissiehandelssysteem en strenge emissiedoelen voor nieuwe voertuigen. Grote bedrijven als Intergamma, AholdDelhaize, Ikea en Dura Vermeer hebben ambitieuze doelen voor het verduurzamen van hun transport. Als transportondernemer zul je hun moeten volgen.
De voorgestelde maatregelen gaan de transportmarkt ontregelen. Het gelijke speelveld op basis van de vertrouwde dieseltechnologie verdwijnt. Er komt een ongelijk speelveld met voor ondernemers (klein en groot) selectieve toegang tot schaarse logistieke ruimte voor hubs, personeel, data, energie en niet in de laatste plaats financiering.
De Nationale Agenda Laadinfrastructuur heeft berekend dat er tot 2030 meer dan 1 miljard investeringen nodig zijn voor laadinfrastructuur in het wegtransport. Dat is naast 7 miljard extra investeringen in elektrische voertuigen. De totale rekening voor de eerste fase van de energietransitie in het wegtransport vraagt om 10 miljard euro van de Nederlandse transportondernemers tot 2030. Ondernemers in het wegtransport zijn nu al topzwaar gefinancierd. Daar kunnen die investeringen niet meer bij.
Hoe meer informatie er komt, hoe meer ik het gevoel krijg dat er ook andere (en betere) routes zijn voor verduurzaming dan alleen de elektrisch vrachtwagen. Het gaat om de harde kant van schone voer- en vaartuigen, multimodale knooppunten waar vervoer over de weg, het spoor en water bij elkaar komen, magazijnen en laadinfrastructuur; de stuff. Maar, ook de zachte kant in het slimmer gebruik van keten- en overheidsdata voor verduurzaming; de fluff. Met data kunnen we leegrijden, of leegvaren, voorkomen.
Wat mist is de soul van het logistieke vak. Hoe kunnen we samen met al het talent in de sector komen met inspirerende innovaties die er echt toe doen voor de klanten aan wie we leveren? Verduurzaam niet wat je vandaag doet, maar verduurzaam vanuit wat de klant in de toekomst nodig heeft. Met de logistieke concepten van vandaag komen we er echt niet.
De transportsector moet met de kennis van bedrijven, overheden, banken en kennisinstellingen nadenken over wat ze samen willen bereiken en hoe. Elk logistieke sector vraagt om een eigen benadering met een goede balans tussen stuff, fluff en soul. Het gaat over het verduurzamen van de bouwketen, de food of de thuisleveringen. Er is geen one-size-fits-all. Welke investeringen in geld en tijd zijn zinvol (en haalbaar), welke subsidies zijn effectief en hoe kunnen we het geld van de vrachtwagenheffing slim inzetten? En hoe zorgen we voor een gelijk speelveld waarbij transportondernemers een eerlijke kans krijgen? Stof voor veel gesprekken.
De vraag is uiteindelijk welke ‘net-zero roadmap’ is nodig voor de verschillende logistieke ketens? Opdrachtgevers moeten samen met transportbedrijven in gesprek over een ketenaanpak; van veld naar vaas, van korrel naar borrel en van zand tot klant. Anders staat straks zonder transport alle stil. Duurzaam wegtransport vraagt om een duurzame ketenvisie.
Walther Ploos van Amstel
Lector Citylogistiek – Hogeschool van Amsterdam.