PostNL stelt haar 1.000 pakketautomaten open voor andere vervoerders. GLS Netherlands is de eerste partij die gebruik gaat maken van dit netwerk. Vanaf maart kunnen consumenten voor pakketten van PostNL en van GLS Netherlands bij dezelfde pakketautomaat terecht. PostNL wil in de toekomst nog meer vervoerders op het netwerk aansluiten.
Enthousiast
Milo Kars, Managing Director van GLS Netherlands zegt erover: “GLS Netherlands is altijd op zoek naar het verbeteren van haar dienstverlening, zoals het uitbreiden van haar netwerk met pakketautomaten. Doordat PostNL haar automaten voor ons beschikbaar maakt kunnen we snel een mooie stap vooruit maken.”
Barry Husman, Directeur Retail Benelux bij PostNL: “Wij geloven erin dat een open model de consument een slimme oplossing biedt, en ook dat het duurzamer en economischer is dan dat elke vervoerder een eigen netwerk opbouwt”.
De toekomst van thuisbezorging is samen bezorgen. Dan is dit goed nieuws. Het nieuwtje roept ook spannende vragen op. Is de consument erbij gebaat? Moeten klanten ervoor betalen? Hoe gaat PostNL op de drukke pakjesdagen om met de schaarse pakketruimte? Gaan PostNL en GLS samen aan de pakketautomaten leveren? Wat zijn de zakelijke afspraken tussen concurrenten PostNL en GLS? En is het daadwerkelijk een duurzamer en economischer model? Hoe ziet onder aan de streep de business case eruit?
Samenwerking is lastig
Samenwerking tussen concurrenten in logistiek is lastig. Van de enkele succesvoorbeelden is wel weer veel te leren. Ten eerste moeten de strategische voordelen blijvend zijn; betere service aan klanten, lagere kosten, investeringen delen en duurzamer. Ga je er uiteindelijk samen in de markt een betere marktpositie halen?
Problemen in ketensamenwerking ontstaan vaak door een gebrek aan vertrouwen, angst voor machtsmisbruik, ongelijke verdeling van opbrengsten en een gebrek aan continuïteit. De tweede les is dat samenwerking niet beperkt is tot het opbouwen van nauwe informatie-uitwisseling op operationeel niveau, maar moet ook op tactisch en strategisch niveau in de bedrijven worden geïmplementeerd. Als processen op tactisch en strategisch niveau niet worden geïntegreerd, dan zullen de voordelen van samenwerking beperkt zijn.
Veel bestaande bedrijfsculturen zijn niet geschikt voor het bevorderen van samenwerking, zowel intern als extern. Er heerst veel functioneel denken, ondersteund door organisatiestructuren en prestatiebeoordelingen die gericht zijn op functionele activiteiten, in plaats van op klantgerichte supply chain processen. De derde les is dat je een cultuur nodig hebt die is gericht op ketensamenwerking: vertrouwen, wederkerigheid, informatie-uitwisseling, openheid en communicatie. Een klassiek rapport is SYLONET (uit 2003) over de verdeling van de voor- en nadelen van ketensamenwerking.
De consument
De belangrijkste vraag is wat de consumenten gaan doen. Het afhaalgedrag is de laatste 10 jaar niet veranderd. Bijna 90 procent klant laat het pakje aan huis (of bij de buren) komen; 13% van de pakjes wordt afgehaald, steeds vaker in de winkel. De pakketbezorgers zijn steeds beter in staat op afspraak te leveren. Dan is afhalen eigenlijk niet meer nodig, toch? Een kleine groep consumenten kiest bewust voor afhalen en is zelfs bereid ervoor te betalen.
Dat consumenten straks voor pakketten van verschillende vervoerders (en webwinkels) bij één pakketautomaat terecht kunnen zou wel eens een game changer kunnen zijn. Ik ga het met belangstelling volgen.
Walther Ploos van Amstel.
Foto: PostNL
Waarom zou de consument bereid moeten zijn om te betalen voor afhalen zoals aan het eind van de voorlaatste alinea wordt vermeld. Dit is voor de transporteur juist de goedkopere en duurzamere optie. De consument zou dus eigenlijk korting horen te krijgen, heer Ploos van Amstel.