Samenwerking tussen alle (direct en indirecte) partijen die betrokken zijn bij de toelevering aan bouwprojecten is cruciaal om bouwlogistiek zo efficiënt mogelijk in te richten en om zo de uitdagingen in de bouwsector aan te kunnen. Dit is echter uitdagend doordat de toeleveringsketen gefragmenteerd is (veel bouwbedrijven, leveranciers en logistieke bedrijven die in verschillende tijdelijke bouwconsortia werken, wat leidt tot verschillende manieren van werken en van gegevensbeheer) en er daarnaast verschillende overheidsinstanties betrokken zijn bij de besluitvormingsprocessen over bouwprojecten en logistiek.
Ketenregie
Om samenwerking mogelijk te maken is gemeenschappelijke afstemming, ofwel ketenregie, nodig. Dit vraagt zowel om verticale (samenwerking met bestaande relaties in de keten (zoals verlader – transporteur – bouwplaats), bijvoorbeeld door betere onderlinge informatie-uitwisseling), horizontale (samenwerking tussen bedrijven die zich op dezelfde positie in de keten bevinden, bijvoorbeeld vervoerderssamenwerking) als cross-chain samenwerking (samenwerking tussen verschillende logistieke ketens).
Er zijn twee niveaus te onderscheiden waarop samenwerking in de keten kan plaatsvinden bij de toelevering aan bouwprojecten:
- In de ketens van bouwstromen voor één bouwproject, waarin meerdere toeleveranciers en onderaannemers actief zijn;
- In de ketens over meerdere bouwprojecten heen, bijvoorbeeld van alle bouwprojecten in een gebied.
CLCT
Binnen het TKI-project ‘Fundaments for a Construction Logistics Control Tower’ (CLCT) wordt de volgende hoofdvraag geadresseerd: “hoe kan een zogenaamde Construction Logistics Control Tower (kortweg CLCT) ketenregie ondersteunen, wat is hiervoor nodig en onder welke voorwaarden kan dit gebeuren?”
Een TNO-rapport geeft een overzicht van de mogelijke functionaliteiten van een control tower voor bouwlogistiek, welke mogelijke vormen van ketenregie een CLCT kan hebben en wat de rol van stakeholders daarin is.
Specifiek voor de projecten in Amsterdam wordt beschreven wat de motivatie voor een control tower is bij de verschillende stakeholders, aan welke functionaliteiten voorkeur is, welke data nu al beschikbaar is voor de functionaliteiten van een CLCT en welke data aanvullend nodig is.
De specifieke bouwblokken van een CLCT, waar de verschillende geïnterviewde consortiumpartners aangaven de meeste baat bij te hebben, zijn de transportplanning en de materieelplanning. Door hier een gemeenschappelijk inzicht in te bieden, is het mogelijk om tussen bouwprojecten (binnen en buiten bouwbedrijven) vrachten te combineren en materieel efficiënter in te zetten. Een derde functionele bouwblok van een CLCT is het inzichtelijk maken van de logistieke ruimte-capaciteit op bouwplaatsen en bouwhubs.
Het verbeterd inzicht kan vervolgens aan de hand van het poldermodel in onderling overleg leiden tot het delen van transport, de inzet van materieel, logistieke ruimte en (vaar)wegcapaciteit.
Obstakels
De lage digitaliseringsgraad in de bouwsector wordt genoemd als grootste hindernis voor een CLCT. Bouwbedrijven werken nog relatief vaak met ‘ouderwetse’ methoden om hun planningen te organiseren en transport te registreren. Concreet betekent dit dat er via Excel of op papier wordt gewerkt (denk aan vrachtbrieven).
Een andere belemmering is het feit dat bouwbedrijven vaak contractuele afspraken hebben met een logistiek dienstverlener, waardoor (vanwege lagere flexibiliteit) niet altijd de optimale situatie bereikt kan worden.
Bron: TNO