De praktijk van productvernietiging, waarbij retailers (online en offline) of fabrikanten zich ontdoen van onverkochte goederen of retouren van klanten is weerbarstig (en bovenal niet duurzaam).
Onlangs kwam een kwalitatieve verkennende onderzoek van Lund University (Zweden) uit met al doel te achterhalen waarom bedrijven dit gedrag vertonen en om de mogelijke beleidsinterventies te onderzoeken om het probleem van productvernietiging effectief aan te pakken. Er werden interviews gehouden met elf deskundigen uit de textiel- en elektronicasector
Uit het onderzoek van Lund University kwamen twee verschillende groepen factoren naar voren die resulteren in productvernietiging:
- Upstream-factoren beïnvloeden het algemene niveau van klantretouren en onverkochte voorraden en omvatten voornamelijk aspecten van het bedrijfsmodel van de detailhandelaar, de verwachtingen van de consument en het productontwerp.
- Downstream-factoren leiden ertoe dat bedrijven zich van deze producten te ontdoen in plaats van te kiezen voor strategieën om bijvoorbeeld de levensduur te verlengen, zoals reparatie en hergebruik. Belangrijke downstream-factoren zijn onder meer economische stimulansen, winstmarge-overwegingen, aansprakelijkheid en en merkintegriteit, de beschikbaarheid van hergebruiknetwerken en beheersvraagstukken.
Om de vernietiging van producten aan te pakken, is een beleidsmix nodig die zowel op de upstream- als op de downstreamfactoren gericht is en het gedrag van de verschillende actoren, van fabrikanten en detailhandelaars tot consumenten en hergebruikorganisaties, te veranderen.