Er zitten 1400 Nederlandse manschappen in Uruzgan. De laatste manschappen moet uiterlijk 1 december zijn vertrokken. De hoeveelheid materieel die terug moet is enorm. Het is de grootste redeployment-operatie sinds de Tweede Wereldoorlog. Vierduizend containers waarvan tweeduizend vol met materieel en zeshonderd voertuigen. Het voorraadbeheersysteem bevat 17.000 materieelsoorten. Defensie oefent de inname aan met het voorzien van het materieel met barcodes en RFID-tags en sorteert de het materiaal al in Uruzgan in boxpallets en containers.
Jan Broeks op Logistiek.nl: “Beveiliging tijdens transport is de eerste grote uitdaging. Er zijn bermbommen en we moeten door valleien die omringd zijn door Taliban. Daar moeten we eenoverwhelming power van Apaches en F16’s tegenover zetten en een commandostructuur waarbij iedereen precies weet wat hij moet doen. Het gaat om communicatielijnen maar ook over allerlei praktische zaken. Wat te doen bij een lekke band en dat je een voertuig dat het vliegtuig in moet niet moet aftanken. Dit laatste druist namelijk in tegen de normale drill waarbij manschappen een voertuig altijd afgetankt moeten afleveren.”
Een tweede, meer logistieke uitdaging van de redeployment is de onzekerheid. “Het meeste materieel gaat in konvooi vanuit Tarin Kowt en Deh Rawod naar Kandahar. Je kunt onmogelijk plannen hoe lang zo’n konvooi er over gaat doen.” Maar er is ook onzekerheid over wat er überhaupt terug moet naar Nederland. Het is nog niet bekend welke lead nation Nederland gaat aflossen, en dus ook niet wat die eventueel kunnen overnemen.
Het logistiek proces moet vraaggestuurd zijn. Jan Broeks zegt erover: “Dit is voor een groot deel een vraaggestuurde operatie. Hoeveel materieel hebben we straks na de missie weer nodig en wanneer? Stel dat je besluit een truck niet te reviseren, dan moet er wellicht een nieuwe worden besteld. Als je wel tot revisie besluit, dan is de vraag wanneer een item weer beschikbaar komt. Dit zijn ook budgetkeuzes die in politiek Den Haag moeten worden gemaakt, maar die wel bepalend zijn voor de planning.”
De redeployment van het materieel bestaat in grote lijnen uit twee stromen: essentiele goederen en niet-essentiele goederen. Bij de eerste groep goederen gaat het om spullen die absoluut niet in de handen van de Taliban mogen komen, zoals wapens, munitie, computers, gevechtsvoertuigen, waarnemingsmiddelen en cryptomateriaal. “Deze brengen we over land naar Kandahar, vanwaar ze verder met vrachtvliegtuigen naar Nederland worden getransporteerd. De beveiliging hiervan hebben we dus volledig in eigen hand.”