De kosten van bezorgen lopen op, door kleinere zendingen, tijdvakbelevering, ‘same day’ en beperkingen die de overheid bezorgers oplegt. Het moet anders: slimmer en duurzamer.
Na online verkopen komt ook online bezorgen. Als je dat niet goed organiseert is die ‘last mile’ naar de klant toe een margekiller. De kosten van bezorgen lopen op door steeds meer kleine zendingen, meer tijdvensters, meer ‘same day’ leveringen en meer beperkingen die de overheid de bezorgers oplegt. Het moet anders: slimmer en duurzamer.
Autoluw
De pakketbezorgers mogen in 2025 alleen nog maar zero-emissie de stad in. En, niet alleen dat, maar ook nog eens met veel kleinere lichte, elektrische voertuigen. Autoluw is het nieuwe motto voor binnensteden, woonwijken, bedrijventerreinen en campussen. Bij de buurtlogistiek in nieuwe wijken wordt afhalen de nieuwe norm. Waar gaan we dat straks doen? Wie gaat daarvoor betalen? En, wie gaat dat regelen?
Op weg naar 1 miljard zendingen
Het aantal pakketzendingen groeit snel. Veel van die pakketzendingen zitten nog onder de radar van de pakketbezorgers. Ik schat dat er naast de bekende 500 miljoen pakketzendingen voor b2c en b2b er nog zo’n 300 tot 500 miljoen zendingen verscholen zitten in de vrachtwagens van horeca-, bouw- en facilitaire leveranciers. Het recente rapport van het World Economic Forum laat zien dat we echt moeten innoveren in de ‘last mile’.
Start-ups en scale-ups
De noodzakelijke duurzame innovaties, waarbij de klant op de eerste plaats staat, lijken niet te komen van de grote spelers. Operational excellence, dat betekent een nog goedkoper pakje, blijft voor de grote vijf bezorgers toch het levensmotto. Innovaties lijken vooral te komen van de vele kleine spelers: Red Je Pakketje, Homerr, ViaTim, MyPup, Fietskoeriers, Qring, TringTring, Parcls en vele anderen. Je gaat ze vast en zeker ontmoeten op de Webwinkel Vakdagen. Allemaal in hun eigen stand.
Ik kan de lijst moeiteloos uitbreiden naar 100 kansrijke start-up’s en scale-up’s. Inmiddels pakken ze samen zo’n 10 procent van de pakketmarkt. Maar, hoe overleven die jonge spelers het tegenover de massieve mastodonten in de markt?
Als ik ze spreek dan hebben ze allemaal dezelfde vragen over financiering en groei, de juiste tarieven, integratie van informatiesystemen, ict-netwerken, landelijke dekking, cybersecurity, lokale regelgeving, transportplanning, hub-locaties, voertuigen, servicedesign, arbeidsmarkt en niet in de laatste plaats een gelijk speelveld. Vragen die ze samen zouden kunnen beantwoorden met het delen van systemen, van data, faciliteiten en kennis.
Werk samen!
Met elkaar hebben de innovatieve spelers een prachtig product voor de ‘last mile’. Dan moeten ze wel met elkaar aan de bak. Ieder bedrijf een of meerdere puzzelstukjes van de toekomstige ‘last mile’ puzzel. Maar, er ontbreken ook nog veel puzzelstukjes.
Om die nieuwe puzzelstukjes te ontwikkelen, is een financieel steuntje in de rug handig. Grote ondernemers weten de weg naar subsidies en onderzoek wel te vinden. Voor de kleinere ligt dat minder voor de hand. Het miljarden fonds Invest-NL zou voor kleine en grote bedrijven een alternatief moeten vormen voor de vaak lastige leenvoorwaarden van banken. Maar het investeringsvehikel kent een ondergrens van 5 miljoen euro. Samenwerken biedt hier innovatiekansen.
Ecosysteem
De ‘last mile’ vraagt om klantgerichte, duurzame innovaties. Die innovaties zie ik juist bij veel van de kleine spelers. Met elkaar bieden ze een bruisend ecosysteem waarin nieuwe technologie, diensten en bedrijfsmodellen in de praktijk kunnen worden getest en verbeterd. Opschaling en rendement vergt consortia bij de marktbenadering, delen van systemen en faciliteiten en samenwerking in onderzoek. Misschien moeten we daarover maar eens in gesprek met de topsector logistiek. Samen stampen we harder.
Walther Ploos van Amstel