De detailhandel is een belangrijke economische sector met grote maatschappelijke impact. Winkels en winkelstraten zijn de levensaders van steden, dorpen en wijken en bepalen daar in hoge mate de leefbaarheid en de sfeer.
De detailhandel is met 800.000 medewerkers een van de grootste werkgevers en heeft een belangrijke sociale functie; mensen willen elkaar ontmoeten en de retail levert een belangrijke bijdrage aan het samenzijn. De laatste decennia is de economische functie (vooral winkels) te dominant geworden en dat moet anders, stelt INretail. Winkelstraten zijn cruciale ontmoetingsplekken in een toenemend individualistische wereld.
Sociale functie
Winkeliers bieden veel jongeren een eerste baantje en daarmee sociale ontwikkeling, zorgen door sponsoring voor een rijk verenigingsleven en dragen met hun activiteiten en zorg direct bij aan de lokale gemeenschap. De vaak decennialange aanwezigheid van winkels in een omgeving waar andere actoren van voorbijgaande aard zijn, biedt rust en herkenning. Niet alleen de economische maar ook de publieke waarde wordt gewaardeerd door de consument die in onderzoek steeds weer aangeeft zeer gehecht te zijn aan lokale ondernemers.
INretail pleit voor meer landelijke regie
De retailsector wil samen met de overheid werken aan een gezonde toekomst voor de retail in ons land. INretail pleit voor meer landelijke regie bij ruimtelijke ordening. Dat kan door bijvoorbeeld leegstandspercentages te maximeren op 5% en het mengen van functies in winkelstraten en kerngebieden beter mogelijk te maken.
Ook vraagt INretail steun en investeringen van de landelijke overheid om de veranderingen die de retail doormaakt te bestempelen als een belangrijke transitie. Er liggen volop kansen voor de retailsector omdat de maatschappij verandert naar een inclusieve en duurzame wereld die naast economische waarden, vooral gericht op groei, ook aandacht heeft voor sociale, maatschappelijke en ecologische waarden. Door de retail te verbinden met bijvoorbeeld verduurzaming en de vraag van wie de stad is ziet INretail daarvoor goede mogelijkheden.
Lokale online platforms
Het ander punt waar INretail voor pleit is het stimuleren van lokale online platforms. Zo’n online infrastructuur gebaseerd op wat de lokale gemeenschap belangrijk vindt, verbindt vraag met aanbod. Zo kan dat grote lokale aanbod online ontsloten worden voor het algemene belang. Bovendien helpt het de winkelstraten in onze steden en dorpen vitaal te houden. Nu is de publieke digitale ruimte in handen van maar een paar grote en vooral buitenlandse marktpartijen. Er ontstaat steeds meer behoefte om te zoeken naar een constructief en breed gedragen alternatief voor het ‘winner takes all’ model. Een alternatief dat ondernemers ruimte biedt om te groeien.
Het ontwikkelen van een eigen digitale infrastructuur is duur en tijdrovend, zeker omdat het gebruiksgemak van de rijke platformen van big tech de norm zijn geworden voor de consument. De fysieke winkelstraat is een publieke ruimte. De digitale winkelstraat zou een digitale publieke ruimte moeten zijn en niet een ruimte die wordt ingericht volgens de voorwaarden van een dominante techpartij.
Hoe de sector tot de digitale publieke ruimte kunnen komen, waarin de fysieke en de digitale ruimte elkaar ondersteunen, is de grote vraag die voorligt. INretail: “Hoe kunnen we de economische en publieke waarde van fysieke winkels en winkelstraten digitaal ontsluiten? En hoe daarvoor een dusdanige digitale infrastructuur te zoeken of te ontwikkelen waarbij de waarde weer bij producenten en detaillisten terecht komt en die ten dienste van de lokale gemeenschap wordt ingezet?”.
INretail pleit er verder voor om de retail aan te merken als een innovatieve topsector waarvoor extra investeringsmogelijkheden beschikbaar moeten komen.
Bron: INretail