Walther Ploos van Amstel schrijft erover op Logistiek.nl:
Transport levert een grote bijdrage aan onze welvaart als polsstok voor de Nederlandse export. Tegenover die bijdrage staan ook kosten. De meeste kosten zijn intern van aard. De kosten worden gedragen door de veroorzakers. Daarnaast leidt transport tot externe kosten van congestie, infrastructuur en ruimtebeslag, luchtkwaliteit en ongevallen.
Onderzoekers van CE Delft en de Vrije Universiteit brachten deze kosten in kaart in opdracht van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Politiek
De politiek kan de resultaten gebruiken voor het eerlijk verdelen van de lusten en de lasten van transport en voor maatschappelijke kosten- en batenanalyses bij investeringen in infrastructuur. De kosten zijn doorgerekend van alle vervoerwijzen, niet alleen de auto maar ook de vrachtauto, bestelauto, het schip en het vliegtuig komen aan bod. Bij de ‘eerlijke’ verdeling van de externe kosten mogen best kanttekeningen worden geplaatst. Dat laat ik graag aan EVO en TLN over.
Jammer is dat de onderzoekers helemaal niet gekeken hebben naar de modaliteit ‘voetgangers’ want deze is met name in de volle binnensteden in de meerderheid, is schoon, goedkoop en gezond. Voetganger blijven zo in de dode hoek van de beleidsmakers.
Onbetaalde rekening van 4,6 miljard?
Het wegtransport brengt jaarlijks 5,7 miljard aan kosten met zich mee, waarvan 2,6 miljard voor het gebruik van de infrastructuur. Ook de externe kosten voor de luchtkwaliteit en gezondheid zijn hoog. Wegtransport betaalt 1,1 miljard aan belastingen en accijnzen. Er ligt een ‘onbetaalde rekening’ van 4,6 miljard, zullen de transportsceptici stellen; een gat van 80%. Het wegtransport is te goedkoop om alle externe kosten te kunnen betalen.
Het volledig doorbelasten van de externe kosten aan transporteurs en eigen vervoerders door middel van belastingen, accijnzen en tolheffing zou leiden tot zeker 20% hogere transportkosten.
Doorbelasten externe kosten?
Het zonder meer doorbelasten van de externe kosten aan wegtransporteurs en eigen vervoerders is niet verstandig. De waarde van transport voor de maakindustrie, de agrarische sector en de handel reikt verder dan de 20 miljard die wegtransporteurs en eigen vervoerders in het binnenland aan kosten maken. Jaarlijks gaat zo’n 500 miljard aan handel over de weg naar klanten in heel Europa. Die grote waarde is door de onderzoekers niet meegenomen bij de lusten van transport. Hogere transportkosten betekenen simpelweg een kleiner achterland voor onze producten en minder banen.
De Nederlandse transportsector zit in aanhoudend zwaar weer. De nettowinst van bedrijven schommelt al jaren tussen 0 en 2 procent. Nederlandse transporteurs verliezen jaar op jaar marktaandeel aan goedkopere Oost-Europese collega’s. Een gelijk speelveld voor alle transportbedrijven en eigen vervoerders in Europa is eerst nodig, anders staat zonder transport straks echt alles stil. Het vraagstuk van de verdeling van lusten en lasten hoort bij de Europese Unie thuis.
Schoner en slimmer
Kunnen lusten en lasten dan op een andere manier met elkaar in balans worden gebracht? We kunnen toch niet de onbetaalde rekening bij de maatschappij blijven neerleggen?
Stimuleer en beloon wegtransporteurs en eigen vervoerders die hun beste beentje voorzetten om innovatief te werken aan schonere voertuigen, meer vervoer over water en het spoor, het beter benutten van de infrastructuur, de aanpak van overbelading, het investeren in gekwalificeerde chauffeurs en vollere vrachtwagens door het bundelen van transportvolumes. Dat leidt tot meer balans tussen de lusten en de lasten van transport zonder afbreuk te doen aan de grote waarde van transport voor Nederland.