Professor Jan Fransoo was spreker tijdens de Vervoerslogistieke Werkdagen 2022. Hij had een stevige boodschap: “We hebben met al onze mooie bezorgconcepten, efficiënte stedelijke distributie, wereldwijde ketens, en hoge serviceniveaus, een logistieke keten gecreëerd die de voorraad in de afgelopen tien jaar grofweg tenminste heeft verdubbeld. En we hebben geen enkele aandacht gehad voor de onbedoelde neveneffecten”.
Wat zit er fout in ons vakgebied?
Jan Fransoo vroeg aandacht voor wat er fout gaat in ons vakgebied: een totaal gebrek aan aandacht en waardering van beleidsmakers, onderzoekers en onderwijzers voor “de logistiek van het stilstaan”. Logistiek gaat eigenlijk over bewegen. Het verplaatsen van goederen van de ene naar de andere locatie. Maar we vergeten dat de goederen in ketens eigenlijk de meeste tijd stilstaan.
Geen inzicht in voorraden
In Europa hebben we weinig goede voorraadstatistieken (anders dan in de VS). De afgelopen tien jaar zijn de voorraden met een procent of twintig toegenomen (ten opzichte van de vraag). Absoluut gezien zijn de voorraden meer dan verdubbeld, door de groei in de wereldeconomie. De bestelcyclusvoorraad is fors toegenomen, en ook de veiligheidsvoorraad is toegenomen. Deels verklaarbaar door de lage rente (lagere voorraadkosten), maar vermoedelijk ook door consumenten die steeds sneller hun spullen thuis willen krijgen. Leveranciers moeten dan op heel veel plekken dichtbij die consument voorraden neerleggen.
De winkelvoorraad is verdwenen
Een groot deel van de voorraad lag traditioneel in de winkels. Wie de basisprincipes uit de voorraadtheorie toepast, weet dat zelfs de meeste voorraad in de winkels hoort te liggen. In de afgelopen jaren is het aantal vierkante meters winkeloppervlak teruggelopen. Dat heeft gevolgen voor de ruimte die logistiek vraagt. Voorraad bestaat uit fysieke producten, die ergens moeten worden opgeslagen. Als de voorraad in 10 jaar is verdubbeld, betekent het dus ook dat we de ruimte in distributiecentra hebben moeten verdubbelen.
Verdozing
In Nederland is een stevig maatschappelijk debat ontstaan over “verdozing van het landschap”. De jaarlijkse groei van logistiek vastgoed in Nederland is gestegen van 1 miljoen vierkante meter in 2015 tot 3 miljoen vierkante meters in 2020. In gemeenten worden dark stores van de flitsbezorgers uit de wijken geweerd. Ruimte voor logistiek vastgoed is steeds moeilijker te krijgen. En containerterminals hebben congestie. In de stadslogistiek is parkeerruimte het schaarse goed is geworden. Zelfs bestelbusjes en vrachtfietsen staan meer dan de helft van de tijd stil. In feite is dus zelfs als iets onderweg is voor bezorging ook nog eens de helft van de tijd stilzittende voorraad die schaarse parkeerruimte of stoepruimte inneemt.
In het logistieke onderzoek ontbreekt elke aandacht hiervoor. En ook in de logistieke sector ontbreekt het aan visie en leiderschap om dit aan te pakken. Met als gevolg dat het vooral planologen en ruimtelijk economen zijn die dit debat naar zich toe hebben getrokken. En daarmee ook volledig uit hun context hebben gehaald. Jan Fransoo: “Alsof die dozen er zomaar ineens waren. Alsof die dozen een autonoom groeiproces volgen langs een curve. Alsof die dozen geen gevolg zijn van keuzes die in de keten worden gemaakt. En alsof deze groei zomaar zonder enig gevolg kan worden beperkt”.
Onderzoek naar de logistiek van het stilstaan
Jan Fransoo pleit voor een actieve onderzoeksagenda. Hierbij zullen pijnlijke vragen voor de sector moeten worden beantwoord:
- We moeten zicht krijgen hoeveel voorraad er in ons land en de landen om ons heen ligt. Het is te zot voor woorden dat prognoses voor ruimtebehoefte worden gemaakt zonder hierbij een analyse vanuit de keten te betrekken.
- Transportanalyses mogen niet meer los worden gezien van dozenanalyses. We meten zo ongeveer alles wat beweegt, maar hebben geen enkel zicht op de logistiek van het stilstaan.
- We moeten de enorme kennis die we in Nederland en België hebben van voorraadmodellen verbinden met de transport- en ruimtelijke vraagstukken. Waar transport nu ook wordt gezien als een beleidsvraagstuk, is dat met voorraad nog niet het geval.
- We moeten een analyse maken wat een redelijk niveau van voorraad is dat we in Nederland en België kunnen of moeten opslaan. Die beperking moet het uitgangspunt zijn bij de inrichting van ketens. Net zoals voor de capaciteit van onze wegen of onze sluizen, zullen we dat ook moeten doen voor onze dozen.
Jan Fransoo: “We kunnen hiermee als vakgebied een bijzonder belangrijke bijdrage leveren aan de inrichting van onze bebouwde en onbebouwde omgeving. En uiteindelijk levert dit ook weer uitermate belangwekkende en interessante onderzoeksvraagstukken op waar onderzoekers zich op stuk kunnen bijten”.
Met dank aan Jan Fransoo.