Ik werd gevraagd voor een lezing over duurzaamheid in de transportsector. Ik kreeg het Spaans benauwd. Wat ga je die ondernemers vertellen? Gaan de zero emissie zones door? Wordt het waterstof of een batterij in de vrachtwagen? Wat gaan de energieprijzen doen? Kom je nog wel weg met HVO? Hoe gebruik je HBE’s? Wie gaat al die investeringen in voertuigen en laadinfrastructuur betalen? En dan die netcongestie… Net als veel ondernemers zie ik door de bomen het duurzaamheidsbos niet meer.
Op weg naar ‘net zero’
De logistieke sector staat voor de uitdaging om in 2030 met 60 procent minder CO2 en in 2050 helemaal ‘net zero’ en met hernieuwbare energiebronnen de logistiek te regelen. Alleen al het wegtransport is verantwoordelijk voor bijna de helft van de emissies van de mobiliteitssector. Dat moet veel minder.
De Nederlandse overheid en de Europese Commissie gaan de sector een duwtje in de rug geven met strengere regels en emissiedoelstellingen. De ABN Amro deed een dappere poging om dat in kaart te brengen. De verduurzamingstrein davert door. Overheden, energie-aanbieders, vrachtwagenproducten zijn er allemaal mee aan de slag. Maar, wat doet de logistieke sector?
Stuff, fluff en soul
De laatste jaren zijn stapels rapporten verschenen over het verduurzamen van de logistieke sector. Het gaat om de harde kant van voer- en vaartuigen, multimodale knooppunten, magazijnen en laadinfrastructuur; de stuff. Maar, ook de zachte kant van ons vak in het slimmer gebruik van keten- en overheidsdata; de fluff.
Wat mist in de gesprekken is nog de soul. Hoe kunnen we samen met al het talent in de logistieke sector komen met inspirerende innovaties die er echt toe doen voor de bedrijven en consumenten aan wie we leveren. Je hebt niks aan duurzaamheid als de klant er slechter van wordt.
Elk segment in de logistiek vraagt om een eigen benadering met een goede balans tussen stuff, fluff en soul. Een lezing over duurzaamheid in de transportsector moet dus gaan over hoe we gaan verduurzamen in de bouwketen, de voedselvoorziening of de thuisleveringen. Er is geen one-size-fits-all.
Een oneerlijk speelveld?
Wat alle maatregelen gemeen hebben is dat ze het speelveld voor bedrijven gaan veranderen. Het gelijke speelveld op basis van dieseltechnologie verdwijnt. Er komt nu (onbedoeld?) een ongelijk speelveld met voor bedrijven (klein en groot) selectieve toegang tot logistieke capaciteiten, mensen, geld, data en energie. Verduurzaming grijpt in op alle strategische processen van logistieke bedrijven (en hun verladers). De voorgestelde maatregelen gaan de transportmarkt volledig ontregelen.
Hoe meer informatie er komt over het verduurzamen van de logistieke sector, hoe meer ik het gevoel krijg dat er ook andere (en betere) routes zijn voor het verduurzamen van transport en uiteindelijk het behalen klimaatdoelen dan de nu geplande maatregelen.
Een pas op de plaats
Moeten we niet even een pas op de plaats maken en met de enorme kennis van vandaag met bedrijven, overheden, banken en kennisinstellingen nadenken over wat we willen bereiken en hoe. Welke investeringen in geld en tijd zijn zinvol (en haalbaar), welke subsidies zijn effectief en hoe kunnen we het geld van de vrachtwagenheffing slim inzetten? En hoe zorgen we voor een gelijk speelveld waarbij ondernemers allemaal een eerlijke kans krijgen. Dus ondernemers: let op u saeck. Voor je het weet wordt er over jullie beslist in plaats van met jullie.
Het doel is de logistiek in 2030 met 60 procent minder CO2 en in 2050 ‘net zero’ te regelen. De vraag is: welke ‘net-zero roadmap’ is daarvoor nodig voor de verschillende logistieke segmenten? Dan kun je ook met de verladers in die sectoren in gesprek over een ketenaanpak. Laten we even onszelf herpakken.
Walther Ploos van Amstel.