Steden ontwikkelen in rap tempo nieuwe woningen en nieuwe wijken. Er komen veel mobiliteitsoplossingen voorbij om de bewoners zo snel mogelijk de wijk in en uit te krijgen; hubs, openbaar vervoer, doorstroming en gemak met Mobility-as-a-Service. Maar waarom zou je de mensen eigenlijk steeds de wijk in en uit willen jagen? Zijn die nieuwe woonwijken dan echt zo onaantrekkelijk?
Samen met 150 andere denkers schreef ik mee aan ‘Meer Wel’. Het boek analyseert de stand van zaken en kansen met betrekking tot de publieke zaak en draagt denkrichtingen en oplossingen aan. Onder meer over de toekomst van mobiliteit.
Schaarse ruimte
Bij de inrichting van wijken en van de openbare ruimte zijn veel vakgebieden betrokken, zoals verkeer, civiele techniek, veiligheid, groen, beheer en onderhoud. In de praktijk werken deze vaak langs elkaar. De schaarse openbare ruimte is van ‘iedereen’ en van ‘niemand’ tegelijk. Dat resulteert vaak in monomane woonwijken zonder leuke winkels, gezondheidszorg, school, stamkroeg, werkgelegenheid, sportfaciliteiten en restaurantjes. Een gemiste kans om de bewoners meer in hun wijk te houden voor werken, ontspannen en ontmoeten en een gemiste kans voor sociale cohesie en inclusiviteit.
Mobiliteit is geen vaststaand feit, maar het resultaat van de keuzes die bestuurders, beleidsmakers, planologen, stedenbouwkundigen en verkeerskundigen maken. Het gesprek moet gaan over straten, pleinen en wijken voor mensen; over verblijven in plaats van verplaatsen. Over buurten waar slenteren, ontspannen, spelen en ontmoeten centraal staan; aantrekkelijk, gezond, veilig en inclusief tegelijk. Eigenlijk over mensenstraten.
Inspirerende lessen
Vorig jaar kwam ‘Het recht van de snelste‘ uit van Thalia Verkade en Marco te Brömmelstroet. In dit boek gaan journalist Thalia Verkade en wetenschapper Marco te Brömmelstroet op zoek naar een antwoord op die ene belangrijke vraag: van wie is de straat? Ze ontdekken dat het verkeer onze publieke ruimte heeft overgenomen en laten zien dat een radicaal andere inrichting mogelijk is.
Vorige week presenteerden Melissa en Chris Bruntlett hun nieuwe boek: ‘Curbing traffic – the human case for fewer cars in our lives’. Een boek dat mooi aansluit op de autoluwe ambities van Europese steden. Anders dan de titel doet vermoeden is het geen anti-auto boek, maar een boek over de inrichting van steden, wijken en straten; gezond, eerlijk en aantrekkelijk voor iedereen.
Perspectieven
Melissa en Chris nemen de lezer mee aan de hand langs tien verschillende perspectieven op mobiliteit en de stedelijke inrichting. Van kindvriendelijk, naar inclusief, naar kansrijk en zelfs naar de stille stad. Het boek gaat veel verder dan enkel het constante debat tussen de modaliteiten en de claims die modaliteitslobby’s op de openbare ruimte leggen. Dat is een verademing.
Het toenemende belang van ketenmobiliteit en de toenemende conflicten tussen modaliteiten en verplaatsen en verblijven in de schaarse openbare ruimte in de stad vragen om een meer integrale benadering. De beelden die Melissa en Chris schetsen gaan helpen bij die benadering. Waardevol voor bewoners, waardevol voor plannenmakers en waardevol voor studenten.
Met de vele voorbeelden uit hun woonplaats Delft laten Melissa en Chris zien dat het werkt. Nu maar hopen dat de lezers van het boek niet massaal op bedevaart gaan naar Delft…
Walther Ploos van Amstel.
Curbing Traffic is te koop bij onder meer Managementboek