Online shoppen leidt niet tot meer files, ook niet als het aantal webwinkelleveringen verdubbelt tot 200 miljoen in 2020. Toch klagen mijn buren steen en been op social media over meer busjes in de straat. De busjes zijn niet alleen van de bekende pakketvervoerders, ook van levensmiddelenbezorgers en van lokale winkeliers die aan huis zijn gaan leveren bij klanten in de buurt.
Op Twinkle schrijft Walther Ploos van Amstel over de uitdagingen:
Studenten van de Hogeschool van Amsterdam constateerden dat er elke dag al 15 tot 20 verschillende vervoerders in een Amsterdamse straat voorbij komen. Sommigen daarvan wel drie keer per dag. Dat snappen mijn buren niet; is dat echt nodig?
Kentering
Er is een kentering gaande. Steeds meer pakketvervoerders hebben drie keer per dag een bezorgmoment: ochtend, middag en avond. Tweemansdistributie groeit. Albert Heijn komt nog vaker per dag langs, met voor elke buurman of -vrouw een ander levertijdstip. Straks komen daar de vele versboxen, Jumboen Picnic bij. De lokale winkelier laat zich de kaas niet meer door de webwinkels van het brood eten en bezorgt nu zelf ook. Tenslotte zijn er steeds meer consumenten die via Marktplaats hun overbodige spullen verkopen of delen. Als het zo door gaat, komen er elke dag meer dan vijftig bestelbusjes de straat in om aan huis te bezorgen. Dat is geen aantrekkelijk perspectief. Het moet dus anders.
De maat van de straat
Een aantal pakketvervoerders zet stapje voor stapje in op vervoer dat veel meer bij de maat van de straat past. Kleiner en elektrisch. Maar het gaat allemaal veel te langzaam. Het Belgische Bubble Post begint met cargobikes in Nederland. Een goede zet, omdat Europees onderzoek al heeft laten zien dat de helft van de zendingen in steden zich leent voor fietsvervoer.
Aflevermoment
Er is sneller innovatie nodig. Allereerst moeten de webwinkels er, samen met hun bezorgers, voor zorgen dat het aandeel ‘in-een-keer-goed-geleverd’ snel stijgt. In Europa is dat slechts 75 procent. Met een kwart van de zendingen gaat het niet goed, omdat de consument niet thuis is. Dat is niet duurzaam en de consument is er ook niet blij mee. Laat de consumenten zelf het aflevermoment bepalen.
Nieuwe pakjesketen
Vervolgens moet in de komende twee tot drie jaar worden ingezet op kleiner en elektrisch vervoer. De bezorger is namelijk te gast in mijn straat. Die ronkende dieselbus past daar niet bij. Om die kleinere voertuigen efficient in te zetten moet de hele pakjesketen vanaf de sorteercentra tot aan mijn voordeur opnieuw worden bedacht; met goedkope ‘slow mobility’ in grote volumes naar een ontkoppelpunt in de wijk en met waardevolle ‘personalised mobility’ heel fijnmazig naar mijn voordeur.
We moeten ook goed nadenken over afhaalpunten in de woonwijken. Het is niet altijd nodig om tot aan mijn voordeur, of zelfs tot in de keuken, te leveren. Tenslotte is er samenwerking tussen de bezorgers nodig; er kan zoveel meer in een voertuig als vervoerders hun volumes zouden bundelen.
Lopen de woonwijken vol? Absoluut! Pakketvervoerders en webwinkels spelen hier op in, maar het moet veel sneller. Ik kan mijn buurtgenoten straks niet meer uitleggen waarom er zoveel busjes in de straat komen.