Vanaf 2025 gaan veel steden in Nederland langzaam op slot voor dieselvoertuigen. De helft van de bedrijven in de service-, bouw- en installatiesector denkt binnen nu en vijf jaar een of meer elektrische bestelauto’s aan te schaffen. Maar, de overstap naar elektrische bestelauto’s is niet eenvoudig vanwege alle spullen die ze vervoeren.
De actieradius is voor 85 procent van de ritten geen probleem voor elektrische bestelauto’s. De kosten van dagelijks gebruik komen steeds meer in de buurt van de dieselversie en verschillende merken introduceren elektrische modellen. Laadangst is onnodig. Er komen in steden meer laadvoorzieningen bij bouwplaatsen, publieke laadpalen en snellaadstations.
Laadvermogen
Het laadvermogen is echter wel een probleem. Dit is bij elektrische bestelauto’s beperkt tot 700 kg tot 1.000 kg inclusief de passagiers. Gemiddeld heeft een bestelauto 360 tot 400 kg aan boord; materiaal en materieel. Het CBS heeft het onlangs onderzocht. Maar, zo’n gemiddelde zegt in de praktijk weinig. Je zult als monteur meer mee moeten nemen. Dan wordt het hink-stap-sprong van laadpunt naar laadpunt. Je moet er niet aan denken langs de kant van weg stil te komen staan.
‘Travel light’
Bouw- en servicelogistieke bedrijven zullen goed na moeten denken over de voorraad in en de inrichting van hun bestelauto. De bestelauto moet op streng dieet; less-is-more. Veel voorraad in de bestelauto is dode voorraad, vaak achter gebleven na vorige klussen. Ruim dit rigoureus op. De bestelauto van de toekomst is ‘smart’. RFID op verpakkingen helpt bij frequente inventarisatie van de bestelautovoorraad.
De serviceplanning moet meer rekening houden met de actuele voorraad in de bestelauto en de actieradius van de bestelauto. Een goede werkvoorbereiding is cruciaal. Misschien vertelt het apparaat dat onderhoud nodig heeft in de toekomst zelf, via remote diagnostics, wat er nodig is. Dat de vakman als praktijkexpert aan het logistiek stuur is evident.
Ontkoppel monteur en materiaal
Bij het bepalen van de voorraad in de bestelauto (de zogenoemde ‘car stock’) moet niet alleen rekening worden gehouden met de servicegraad en de voorraadwaarde, maar ook met het gewicht van de voorraad aan boord. Er is minder ruimte voor zwaargewichten.
Als er meerdere bestelauto’s met voorraad in een stad rondrijden, beschouw dan die voertuigen als een virtuele stadsvoorraad. Een prima klus voor slimme big data analisten.
Op de fiets
Ook een mogelijkheid is de voorraad aan de rand van de stad neer te leggen (bij logistieke specialisten of de groothandel) en de benodigde onderdelen just-in-time bij de monteur te beleveren. Natuurlijk kan dat met vrachtfietsen. Misschien is de dan bestelauto helemaal niet meer nodig of kan de monteur zelf met een vrachtfiets naar de klus zoals Mobian dat aanbiedt in Amsterdam. Hier liggen kansen voor innovatieve verdienmodellen.
Denk tenslotte ook aan kleinere verpakkingseenheden en lichtere verpakkingsmaterialen. Tenslotte, moet de inrichting van de bestelauto licht gewicht worden ontworpen. Elke kilo telt straks.
Pijnloos?
De transitie van de diesel bestelauto naar de elektrisch bestelauto gaat niet pijnloos. Het vergt stevige aanpassingen in de planning, betere werkvoorbereiding, het voorraadbeheer en van de monteur die uiteindelijk het werk moet doen. Maar, doe je niks, dan kom je straks niet meer bij je klanten… dat is toch ook geen plezierig vooruitzicht?
Een investering in elektrische bestelauto’s is een goed moment om nog eens fundamenteel na te denken over het netwerk, de eigen bedrijfsvoering en mogelijk zelfs het. Het een-op-een vervangen is geen goed idee: kan het ook anders? En, kan het met minder en andere voertuigen? In elk geval is het nieuwe adagium voor servicelogistiek: travel light!
Walther Ploos van Amstel.