De binnensteden van de zes grote steden van Nederland (Amsterdam, Den Haag, Eindhoven, Groningen, Rotterdam en Utrecht) zijn van nationaal belang. Het zijn toplocaties in toeristisch, recreatief én zakelijk opzicht. Ze zijn een essentieel onderdeel van de Nederlandse identiteit, uitgedragen door de architectuur, musea en evenementen. Door de levendige combinatie van retail, toerisme, congressen, evenementen, maar ook werken, innoveren en studeren is dit de plek waar talent, bedrijven en instellingen zich vestigen, en waar bewoners en bezoekers willen zijn. Door deze brede diversiteit hebben de binnensteden ook een enorme economische en sociaal-maatschappelijke betekenis.
Transitie
Vorige week verscheen het rapport ‘Verkenning G6 gemeenten’ over vitale binnensteden. De laatste jaren stonden de G6- binnensteden er goed voor. De coronapandemie heeft echter bestaande trends en ontwikkelingen in stroomversnelling gebracht. Zo winkelen we steeds meer vanuit huis en wordt de economie steeds meer op diensten gericht. Hiernaast neemt de verdichting van de binnenstad toe en moeten ook in de binnenstad klimaatvraagstukken opgelost worden. Dit zorgt dat ervoor dat de binnensteden op een kantelpunt staan.
De huidige functiemix voldoet niet meer, de druk op ruimte is groot, criminaliteit dreigt permanent voet aan de grond te krijgen, de noodzaak voor vergroening en verduurzaming is hoog. De Nederlandse binnensteden staan aan een vooravond van een grote transitie in gebruik, programmering en vorm.
Er komen drie hoofdopgaven naar voren: de programmering van de binnenstad, ondermijning, verloedering en verschraling en de druk op de openbare ruimte.
Programmering van de binnenstad
Het behoud van een goede functiemix wordt gezien als essentieel voor de vitaliteit van de binnenstad. Er moet voldoende variatie en onderscheidend vermogen aanwezig zijn, en ook ruimte voor lokaal ondernemerschap.
Er wordt ook veel gewoond in verschillende deelgebieden van de binnensteden. De wens is om dat ook in de toekomst zo te houden of te laten groeien. De nadruk ligt hierbij vooral op het toevoegen van woningen, maar ook de voorzieningen en werkfunctie van de binnenstad verdienen aandacht.
Door het groeiend aantal inwoners moeten er ook basisvoorzieningen zijn (zoals supermarkten, huisartsenposten, sportvoorzieningen of kinderdagverblijven). Tegelijkertijd worden sommige voorzieningen uit de binnenstad verdrukt worden door de oplopende vastgoedprijzen. Er is permanent aandacht nodig voor een goede woon-werk-mix.
Ondermijning
Met name in de rafelrandjes van de binnensteden verschijnen veel ondernemingen die mede door de grote omloop van contant geld, in trek zijn voor criminele activiteiten (witwassen).
Druk op de openbare ruimte
De straten, pleinen, parken, kades, grachten en openbare ruimte zijn belangrijk voor de binnensteden. De winkelgebieden worden multifunctioneler doordat er meer gewoond en gewerkt wordt waardoor het gebruik veranderd. Dit betekent dat er meer ruimte nodig is voor bijvoorbeeld groen, spelen, fietsenstallingen of afvalverwerking. Om te komen tot fraaie deelgebieden is zowel een investering in vastgoed en functiemix nodig, als een aanpak van de openbare ruimte.
Mobiliteit drukt nu een grote stempel op het gebruik en uitstraling de openbare ruimte. Verschillende vervoersstromen vragen allen ruimte, zoals de bevoorrading van winkels maar ook de deelmobiliteit. In binnensteden speelt bovendien de discussie over de combinatie van voetgangers en steeds snellere fietsen. Fietsparkeren neemt ruimte in beslag en fietsen in voetgangersgebieden leidt tot onveilige situaties. De mobiliteitstransitie biedt ook kansen; de ruimte die verdwijnt voor auto’s kan worden gebruikt voor meer kwaliteit van de openbare ruimte.
Gemeenten ontwikkelen autoluwere binnensteden en geven meer ruimte aan voetgangers in aangename verblijfsgebieden, zonder dat de auto volledig wordt verbannen. Minder ruimte voor de auto en minder parkeergarages heeft invloed op looproutes en aanloopgebieden. Tegelijkertijd kunnen er nieuwe aanlooproutes en aanloopgebieden ontstaan met de komst van nieuwe OV-aanbod.
Winkels en bewoners worden nu nog bevoorraad met rachtwagens en bestelbusjes. Dit zorgt voor congestie, onveilige situaties, vervuiling en aantasting van het straatbeeld. De uitdaging is om deze vervoerstromen te stroomlijnen en te vergroenen.
Het grote aandeel verharding in de openbare ruimte leidt tot problemen met hittestress en waterberging. Het verduurzamen van de gebouwen en de openbare ruimte complex. Er zijn veel verschillende eigenaars, monumenten en de hoeveelheid ingrepen in de ondergrond (bijvoorbeeld voor warmte- en koudeopslag of uitbreiding van energienetwerken) in de smalle straten maken de energietransitie niet eenvoudig.
Maar er liggen ook kansen: vergroening leidt tot minder stedelijke hitte-stress, minder kans op wateroverlast en een betere leefbaarheid, terwijl het tegelijkertijd een kwaliteitsimpuls voor de openbare ruimte is.
Bron: Verkenning G6 binnensteden