Om klimaatdoelen voor 2050 te halen, moet de uitstoot van broeikasgassen door de mobiliteit in en vanuit Nederland aanzienlijk worden verminderd. Om in 2050 klimaatneutraal te rijden, varen en vliegen moet er meer aanbod van duurzame brandstoffen komen. Daarnaast zijn versnelde ontwikkelingen in duurzame technologieën en meer focus op energiebesparing, ondersteund door gedragsverandering, cruciaal voor deze overgang naar een klimaatneutrale mobiliteit.
PBL en TNO hebben mogelijke trajecten onderzocht die kunnen leiden naar een klimaatneutrale mobiliteit in en vanuit Nederland tegen 2050. Zo is onder meer gekeken naar het wegverkeer.
Met een uitstoot van ruim 24 megaton CO2 was het wegverkeer in 2022 goed voor circa 80 procent van de totale uitstoot van broeikasgassen door de binnenlandse mobiliteit in Nederland. Binnen het wegverkeer is de personenauto de grootste emissiebron, met meer dan de helft van de totale CO2-emissies door wegverkeer. Het bestelautoverkeer is goed voor 15 procent en zwaar wegverkeer neemt 25 procent voor zijn rekening, ondanks dat het zwaar wegverkeer slechts een klein deel van het verkeersvolume vertegenwoordigt.
Binnen de huidige beleidskaders worden al aanzienlijke stappen verwacht in de verduurzaming van het wegverkeer. Echter, gezien de lange levensduur van voertuigen en de toename van nulemissievoertuigen, vooral na 2030, is het doel van emissievrij wegverkeer in 2050 nog niet haalbaar. Hiervoor is een versnelling nodig door bestaande maatregelen te versterken of aanvullende maatregelen te nemen.
Op hoofdlijnen kan een verdere verduurzaming bewerkstelligd worden middels (een combinatie van) drie ‘knoppen’, te weten de transitie naar nieuwe energiedragers, hogere voertuigefficiëntie en volumevermindering. Om te komen tot netto nul CO2-emissies door wegverkeer zal de verdere inzet van klimaatneutrale energiedragers de belangrijkste bijdrage leveren.
Batterij-elektrisch zal naar verwachting de dominante nulemissie-aandrijftechniek worden. Deze techniek is voor het lichte wegverkeer redelijk uitontwikkeld. De focus ligt hier op opschaling. Voor het zware wegverkeer is de techniek nog in ontwikkeling en zouden waterstof of hernieuwbare ‘drop-in’ brandstoffen (synthetische- of biobrandstoffen), met name voor het lange afstandsvervoer, eveneens denkbare opties kunnen zijn indien batterij-elektrische voertuigen niet voldoende (snel) kunnen worden opgeschaald, bijvoorbeeld door onvoldoende laadinfrastructuur of netcapaciteit.
Mede in relatie tot de noodzaak om naast het realiseren van nul-emissies in 2050 ook de cumulatieve broeikasgasemissie in de periode tot 2050 zo laag mogelijk te houden, liggen er kansen via beleid gericht op de extra inzet van duurzame energiedragers, volumereductie (bijvoorbeeld middels prijsbeleid) en efficiënter voertuiggebruik (bijvoorbeeld via lagere maximumsnelheden en gedragscampagnes).
De transitie naar klimaatneutraal wegverkeer kent een aantal belangrijke uitdagingen. Deze uitdagingen kunnen het tempo van de transitie en het draagvlak voor de transitie onder druk zetten. Een deel van de uitdagingen valt bovendien buiten de directe invloedssfeer van de Nederlandse overheid.
De voornaamste uitdagingen zijn:
- De beschikbaarheid van kritieke materialen en grondstoffen.
- De tijdige uitrol van laadinfrastructuur (en voldoende stroom op het netwerk).
- De adoptie van nieuwe aandrijftechnologie.
Bron: PBL