PBL: hoeveel ruimte is er in de toekomst nodig voor bedrijven en logistiek?

Het komende kabinet staat voor grote opgaven bij de leefomgeving. Er moet een groot aantal woningen worden bijgebouwd, om de opwarming van de aarde te beperken moet er ruimte worden gevonden voor windmolens en zonnepanelen, en door klimaatverandering, de landbouw, woningbouw en bedrijvigheid staat de draagkracht van de bodem, het water en de biodiversiteit onder grote druk. Al deze opgaven komen samen op het schaarse grondgebied van Nederland.

In het rapport ‘Grote opgaven in een beperkte ruimte‘ schetsen PBL-onderzoekers deze opgaven en beleidsopties voor de aanpak ervan; een leerzaam en waardevol rapport.

Ruimte voor bedrijven en logistiek

Opvallend is dat het rapport meldt dat er na 2030 minder ruimte nodig is voor bedrijven en logistiek. PBL: ‘In het hoge scenario zal er naar verwachting tot 2030 nog zo’n 9.000 hectare extra werkgebied nodig zijn; tot 2050 komt daar nog 2.000 hectare bij. Hierbij groeit de behoefte aan bedrijventerreinen tot 2030 nog enigszins, door het verder oplopende ruimtebeslag per baan in industrie en logistiek; vanaf 2030 geeft het krimpende aantal banen in die sectoren de doorslag en neemt de behoefte aan bedrijventerreinen weer af. De groei in ruimtebehoefte voor werken zit dan dus in de dienstensector, met name de kwartaire diensten (bijvoorbeeld de zorg). In het lage scenario blijft de behoefte aan ruimte voor werken naar verwachting tot 2030 ongeveer constant, om daarna te gaan afnemen en mogelijk ruimte te bieden aan andere ontwikkelingen.’

 

PBL verwijst in het rapport naar een onderzoek van de Vrije Universiteit dat later dit jaar wordt gepubliceerd. Ik ben wel nieuwsgierig naar de onderbouwing van ‘minder ruimte’; zeker op regionaal en sectoraal niveau. De specifieke behoefte aan ruimte voor logistiek of stadslogistiek is in dit onderzoek overigens niet geanalyseerd. Het lijkt goed denkbaar dat binnen de behoefte aan bedrijventerreinen een verschuiving plaatsvindt van industrie naar logistiek. Dat is een relevante boodschap voor nieuwe omgevingsvisies.

Ruimte voor schone mobiliteit

In het rapport wordt niet gesproken over de ‘ruimte’ die nodig is voor het realiseren van schone mobiliteit in het kader van de energietransitie (denk aan laadinfrastructuur, stadslogistieke hubs en mobiliteitshub). Wel stelt het PBL vast dat duurzaamheidsopgaven (waaronder verduurzaming van de energievoorziening) nieuwe ruimteclaims op de stedelijke gebieden leggen en dat deze in samenhang met de traditionele verstedelijkingsopgaven moeten worden aangepakt. In een vervolgstudie op dit rapport hoopt PBL dat verder uit te werken.

Voorzichtigheid

De kennis van het PBL-rapport gaat ongetwijfeld zijn weg vinden naar de opstellers van lokale omgevingsvisies. Het gevaar van opportunisme bij de vertaling naar ruimte voor bedrijven in het algemeen en logistiek in het bijzonder loert om de hoek; pas op voor wensdenken bij woningbouwplannen.

Het PBL-rapport is gericht op de grote trends en langere termijn. Gebruikers van deze kennis zouden voorzichtig moeten zijn de resultaten op lokaal niveau te interpreteren. Het PBL-rapport verkent mogelijke ontwikkelingen op basis van scenario’s en beleidsvarianten. Het rapport wil vooral agenderend zijn. Dat is een duidelijke ‘bijsluiter’.

 

Walther Ploos van Amstel.

No Comments Yet

Leave a Reply

Walther Ploos van Amstel  

Passie in logistiek & supply chain management

FOLLOW