De groei van de bevolking en van werk is geconcentreerd in de steden. De stedelijke mobiliteit loopt vast. De ruimte in de steden komt onder druk te staan, niet alleen vanwege meer autoverkeer, maar vooral vanwege meer fietsgebruik, lopen, stadslogistiek en de grenzen aan de capaciteit van het spoor. De sterke bevolkingsgroei leidt tot een woningbouwopgave die leidt tot nog meer stedelijke mobiliteit.
Leerzaam is dat tweederde van de mobiliteit, in kilometers, niet voor woon-werkverkeer is, maar voor winkelen, vrienden bezoeken en vrije tijd. Dit roept ook vragen op waarom we dat doen? Wat missen we in onze buurt dat we ons elk jaar meer dan 6.000 kilometers verplaatsen voor ons plezier?
De groeiende pretmobiliteit baart zorgen. Zijn we allemaal niet een beetje overmobiel geworden? Het rapport van de planbureaus geeft geen visie op de lokale mobiliteit in onze eigen buurt. Lopen als lonende modaliteit komt in het rapport van de planbureaus helemaal niet voor. Bizar. Hoe zorg je voor gezonde en veilige looproutes naar scholen, naar parken, winkels, kantoren en niet in de laatste plaats OV-knooppunten? Hoe zorg je voor aantrekkelijke buurten? De planbureaus geven er geen antwoord op.
Positief in het rapport is notie dat inzetten op het bundelen van wonen en werken leidt tot meer bereikbaarheid met minder mobiliteit. Als door bundeling van woon- en werklocaties meer banen op korte afstand van je woonplaats liggen, betekent dat er per auto, fiets en openbaar vervoer meer banen bereikt kunnen worden binnen hetzelfde budget van tijd, geld en moeite. Maar, deze inzet op woon-werkverkeer voorkomt niet dat we steeds meer overmobiel worden.
Er is een andere kijk op stedelijke ontwikkeling nodig waarbij mensen meer winkelen, vrienden bezoeken en vrije tijd spenderen in de eigen omgeving. De plannen van Parijs en London zijn inspirerend. De plannen van de planbureaus niet. Wat krijgt prioriteit als het gaat om bereikbaarheid, leefbaarheid en betaalbaarheid: verplaatsen of verblijven? Lopen loont!
Walther Ploos van Amstel.