De RAI Vereniging slaat een laadpaalalarm. Is dat eigenlijk terecht? Er zijn te weinig publieke snellaadpunten voor vrachtwagens en het energienetwerk is niet berekend op meer en zwaarder gebruik. ‘De snelheid van de auto-industrie, de capaciteit van het energienetwerk en de ambities van de overheid op het gebied van elektrificatie lopen steeds meer uit de pas’, zegt RAI-voorzitter Frits van Bruggen tegen NOS. ‘De benodigde forse investeringen voor publieke snellaadpunten voor trucks zijn nog niet vrijgemaakt.’
Van Bruggen: ‘De forse investeringen voor publieke snellaadpunten voor trucks zijn nog niet vrijgemaakt. De laadinfrastructuur blijft achter op dit punt. Terwijl het kabinet op dit punt steeds meer ambities heeft en versnelt, geeft het ook toe dat ons energienetwerk hiervoor niet klaar is. Sterker nog er zijn grote uitdagingen, zoals netschaarste en netcongestie. Sluit daarom niet broodnodige andere duurzame technologieën uit, zoals waterstof. En start nog vandaag met het verzwaren en slimmer inrichten van ons energienetwerk.”’
Stroomvraag logistiek laden
De stroomvraag voor logistiek laden is in kaart gebracht door de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL). De RAI zegt dat elektrische vrachtwagens een gezamenlijke stroomvraag hebben die gelijk is aan die van 1 miljoen huishoudens. Ik laat het aan de slimme jongens en meisjes om dat eens na te rekenen. Die stroomvraag is overigens maar een klein deel van de totale stroomvraag in Nederland.
Netcongestie is een probleem voor de elektrificatie van de logistieke sector en daarmee voor de invoering van zero emissie-zones in stadslogistiek. Het uitbreiden van het stroomnetwerk duurt 5 tot 10 jaar. Dat ziet de RAI Vereniging goed. Ook transporteurs die willen investeren in elektrische voertuigen aarzelen; zijn we er echt klaar voor?
Omgaan met netcongestie
Maar er zijn oplossingen schrijft CE Delft in een rapport voor de NAL. Deze ‘mitigerende maatregelen’ worden in factsheets belicht. Uit de mogelijke oplossingen zijn zes meest kansrijke oplossingen gekozen, waaronder een batterij, slim laden of collectieve laadpleinen.
Een mitigerende maatregel voor bedrijven met netcongestie zorgt ervoor dat je efficiënter energie gebruikt, energie zelf produceert of samenwerkt met andere bedrijven in een gebied. De boodschap van NAL is simpel: je zult het zelf moeten regelen.
Slimme voorbeelden
Er zijn slimme oplossingen nodig. Het initiatief van Essent met City Logistics Innovation Campus is een prima plan waarbij energieaanbod en -vraag van meerdere bedrijven slim worden gekoppeld. Het stadslogistieke CTPark Amsterdam laat zien dat het kan; eigen energie eerst. Transportondernemer TSN Groen en retailer Ahold Delhaize laten ook zien dat het kan met een combinatie van maatregelen.
Het project Zero Emissie Corridors onderzoekt waar kansen zijn om CO2-neutraal vervoer in de Amsterdamse regio te versnellen en welke laadinfrastructuur nodig is. Kijkend naar de energievraag voor het totale Nederlandse wegtransport dan zou met de oplossingen die dit project uitwerkt bijna 80% van de energievraag kunnen worden opgelost zonder netuitbreiding.
Inzet op veel minder energiegebruik
De beste energie is energie die je niet gebruikt. De toekomst van de logistieke sector is in samen bundelen, samen delen van capaciteiten, energie en data en samen innoveren om de klant steeds beter van dienst te zijn. Een echt duurzame logistieke sector betekent veel minder, heel veel minder energiegebruik. Dat kan alleen maar als je samen de juiste ketendata gebruikt en samen investeert in geweldig plannerstalent.
Het laadpaalalarm is terecht. Maar, we zullen het als logistieke sector zelf moeten oplossen. Ik verwacht dat Transport en Logistiek Nederland, evofenedex en de RAI Vereniging samen aan de slag gaan met het logistieke laadpaalalarm. Met de kennis van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) en het netwerk van energie-aanbieders, vastgoedbedrijven en kennisinstellingen moet we deze spannende vraag toch samen (kunnen) oplossen. Er is nog geen reden voor paniek. Het laadpaalalarm moet vooral luid klinken in de directiekamers van de transportondernemers.
Walther Ploos van Amstel.