In het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) werken Nederlandse overheden sinds 2009 samen om de luchtkwaliteit te verbeteren.
De monitor van het NSL is bedoeld om te kijken of Nederland de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit haalt. Als dat niet zo is, zijn extra maatregelen nodig om die grenswaarden toch zo snel mogelijk te halen. Het RIVM volgt daarom elk jaar de concentraties stikstofdioxiden (NOx) en fijnstof (PM) in de lucht en rapporteert daarover. Voor beide stoffen wordt gekeken naar de bijdrage van wegverkeer. Voor fijnstof kijkt het RIVM ook naar de bijdrage van veehouderijen.
In 2022 voldeed Nederland voor wegverkeer bijna aan de Europese grenswaarden voor stikstofdioxide. Op één punt was er een overschrijding: direct naast de tunnelmond van de Maastunnel in Rotterdam. Ook voor fijnstof voldeed Nederland bijna aan de grenswaarden voor wegverkeer. Alleen een klein stuk weg van 200 meter bij Velsen lag boven de grenswaarde.
Op enkele woonlocaties in gebieden met intensieve veehouderij werden de grenswaarden van fijnstof in 2022 nog steeds overschreden. Dat waren er net iets minder dan in 2021.
De concentraties stikstofdioxiden en fijnstof waren in 2022 iets hoger dan tijdens de ‘coronajaren’ 2020 en 2021. Nadat de coronamaatregelen waren opgeheven, was er meer verkeer en economische activiteit. Dit zorgde voor meer uitstoot. De concentraties waren daardoor hoger, maar wel minder hoog dan vóór de coronajaren. Het aantal overschrijdingen van de Europese norm voor deze stoffen was daardoor bijna hetzelfde als in eerdere jaren.
Het RIVM denkt dat de luchtkwaliteit de komende jaren verder verbetert. Verkeer, industrie en veehouderijen zullen naar verwachting minder stikstofdioxide en fijnstof uitstoten. Dat komt bijvoorbeeld doordat elk jaar oudere auto’s worden vervangen door nieuwe en schonere auto’s, die minder of zelfs geen stikstofoxiden uitstoten.
De indruk van het RIVM is dat de stand van zaken in de voortgang van maatregelen en projecten nagenoeg gelijk is aan die van vorig jaar. Volgens de NSL-partners is 83 procent van de maatregelen afgerond, en is 9 procent in uitvoering. Alle maatregelen moeten tijdens de looptijd van het NSL zijn afgerond of in uitvoering zijn genomen.
Opvallend, en zorgwekkend, in de RIVM rapportage is dat er met veel gemeenten discussie is over de validiteit van de meetgegevens en meet- en toetspunten en over de ‘rekenmethodiek’ die de uitstoot voorspelt. Weten we het nu echt zeker?
Op dit moment wordt in de Europese Unie onderhandeld over de herziening van de Europese richtlijn luchtkwaliteit. Dit zal tot nieuwe, hogere grenswaarden leiden. Hoe hoog de grenswaarden zullen zijn en wanneer deze wetgeving zal ingaan, is nog niet bekend.
Op aandringen van gemeenten wil het ministerie van IenW in Monitoringsronde 2023 ook voorzien in emissiefactoren voor ‘Zero Emission-zones’ (ZE-zones), of anders te zorgen voor een leidraad voor het inschatten van de voor ZE-zones te hanteren factoren. Een door het ministerie uitgevoerde inventarisatie leverde voor aanvang van Monitoringsronde 2023 helaas te weinig bruikbare informatie op om tot een schatting van emissiefactoren voor ZE-zones te komen, of om in enige leidraad te voorzien.
Op 1 januari 2024 gaat de Omgevingswet van start. De monitoring van de luchtkwaliteit is daar een onderdeel van, en gaat op dezelfde manier door als in het NSL.
Bron: RIVM