RLI: de overheid is aan zet bij duurzame digitalisering van mobiliteit

Digitale technologie en datagebruik veranderen onze samenleving ingrijpend. Dit heeft gevolgen voor de duurzaamheid van de leefomgeving. Hoe kunnen we een digitale én duurzame samenleving realiseren?
De digitale wereld bepaalt steeds meer hoe wij wonen, reizen, recreëren en consumeren. Digitale technologie en data hebben duurzame impact door bijvoorbeeld productieprocessen efficiënter te maken, mobiliteit schoner te organiseren en de integratie van zon- en windenergie in ons energiesysteem mogelijk te maken.
Digitalisering leidt niet vanzelfsprekend tot een duurzamere samenleving. Digitalisering jaagt ook consumptie en mobiliteit aan, zorgt voor een groei van de grondstofintensieve industrie en voor een toename van broeikasgassen.

De Raad  voor de Leefomgeving en Infrastructuur (de raad) onderzocht: hoe hangen digitalisering en duurzaamheidstransities samen en welke rol van de overheid is nodig?

Digitalisering en duurzaamheid

Digitalisering en duurzaamheid hangen op verschillende manieren met elkaar samen. De raad onderscheidt twee aspecten van die samenhang.
Digitalisering kan helpen bij het realiseren van duurzaamheidsdoelen. Bijvoorbeeld in mobiliteit. Met digitale technologie om data over het verkeer op de wegen, de weersomstandigheden en de uitvoering van wegwerkzaamheden met elkaar te verbinden, en vervolgens met algoritmes de capaciteitsbenutting van de weg te voorspellen. Hiermee kunnen maatregelen worden getroffen om de doorstroming te bevorderen en zo de uitstoot te verminderen.
Tegelijkertijd brengt digitalisering ingrijpende veranderingen teweeg in de manier waarop we ons leven inrichten en die gevolgen hebben voor de duurzaamheid van onze samenleving. De mobiliteit is ook hier een goed voorbeeld. Tijdens de coronacrisis is gebleken dat de mogelijkheden voor online werken veel werknemers in staat stellen om een belangrijk deel van hun werk thuis te doen, waardoor het aantal verplaatsingen afneemt of op andere tijdstippen kan plaatsvinden. Hierdoor verbetert de doorstroming en vermindert de uitstoot van het verkeer.

Mobility as a Service

Het Rijk werkt in publiek-private samenwerking aan een open en decentraal ‘Mobility as a Service’- ecosysteem voor personenvervoer dat mensen helpt met kiezen tussen mogelijkheden (deelauto’s, ov, deelfietsen, taxi’s, enzovoort) om van A naar B te reizen. Vervoerders en dienstverleners delen daarbij data voor MaaS-apps en optimalisering van het mobiliteitssysteem.

De ervaring leert dat de samenwerking die nodig is voor soepele data-uitwisseling nog niet (snel genoeg) vanzelf tot stand komt. Niet alleen de werking van digitale mobiliteitsplatformen en -diensten maar ook een effectieve overheidssturing op emissies, veiligheid en bereikbaarheid is afhankelijk van de beschikbaarheid van grote hoeveelheden betrouwbare mobiliteitsdata. 

Mobility as a Service en routenavigatie zijn mobiliteitsdiensten die onlosmakelijk zijn verbonden met de onderliggende platformen. De ontwikkeling en het functioneren van de digitale mobiliteitsdiensten is afhankelijk van functionaliteiten in de fysieke omgeving (slimme voertuigen en een daarop aangepaste infrastructuur) en de datalaag (soepele dataverzameling, datagebruik en data-uitwisseling). Zonder deze functionaliteiten kunnen digitale mobiliteitsdiensten zich niet ontwikkelen. En zonder toegankelijke platformen zijn ook de diensten zelf niet toegankelijk. 

De raad signaleert dat in de praktijk de digitale mogelijkheden nog vooral benut worden om bestaande mobiliteitssystemen en vervoerswijzen te optimaliseren en dat nieuwe, multimodale concepten die zich richten op duurzame mobiliteit, nog niet echt van de grond komen. Breed gebruik van geïntegreerde Mobility as a Service-concepten laat bijvoorbeeld nog op zich wachten. Van data-uitwisseling is nauwelijks sprake. De markt faalt hier.

Marktmacht staat duurzaamheid in de weg

De invloedrijke positie van platformen zorgt er ook voor dat de toegang tot de markt voor mobiliteitsdiensten onder spanning kan komen te staan. De beheerder van een Mobility as a Service-platform of Google Maps heeft invloed op wie met welke diensten mag aansluiten of welke diensten het beste zichtbaar zijn voor platformgebruikers.

Deze keuzes zullen lang niet altijd zijn gebaseerd op wat het beste is uit het oogpunt van duurzaamheid of uit het oogpunt van bereikbaarheid. Commerciële belangen zullen veelal de doorslag geven. Dat betekent dat de marktmacht van platformen de beschikbaarheid kan inperken van diensten die de duurzaamheids- en/of de bereikbaarheidsdoelen van de overheid ten goede komen. 

Goederenvervoer

De Digitale Transport Strategie kent initiatieven voor de transportsector, zoals de ontwikkeling van een basisinfrastructuur voor gedecentraliseerde (en gestandaardiseerde) data-uitwisseling tussen bedrijven en overheden in de transportsector vanaf 2025.

Digitalisering van informatiestromen en betere data-uitwisseling moeten de transportketen inzichtelijker maken voor overheden, de inzet van overheidsbudget verbeteren, innovatie ondersteunen, de administratiedruk voor bedrijven verlichten en de transitie naar duurzamer multimodaal transport helpen realiseren.

Het idee is om niet één dataplatform te creëren, maar te komen tot een afsprakenstelsel met specificaties, om data platformonafhankelijk aan elkaar beschikbaar te stellen. Het Rijk bouwt op die manier voort op wat al werkt in de uitwisseling tussen bedrijven. De ontwikkeling van de basisinfrastructuur kwam jaren niet van de grond bij gebrek aan doorzettingsmacht van een onafhankelijke partij. Het ministerie van IenW wil daarin een proactieve rol gaan vervullen.

Digital twins

Digital twins maken het ook mogelijk om afzonderlijke systemen uit de fysieke wereld digitaal met elkaar te combineren in een integraal model. Zo kan een weermodel worden samengevoegd met een onderhoudsmodel voor een gevel, om een accuratere planning voor reparatie en vervanging te maken.

Digital twins worden onder andere gebruikt voor stedelijke planning. Beleidsmakers krijgen daarmee meer aangrijpingspunten voor het treffen van maatregelen bij mobiliteit, milieu en veiligheid dan wanneer er alleen statische datamodellen zouden worden gebruikt. 

Experimenteren

De raad doet drie hoofdaanbevelingen voor actieve overheidssturing:

  1. De overheid moet digitale technologie en data zelf vaker inzetten in haar duurzaamheidsbeleid.
  2. De overheid moet ook in zijn digitaliseringsbeleid ervoor zorgen dat digitalisering van de samenleving duurzaam is.
  3. Overheidsorganisaties moeten zich beter voorbereiden op digitale ontwikkelingen.

Een spannende vraag is welke overheid aan zet is; centraal of decentraal, regulerend of faciliterend, alleen of in publiek private samenwerking en Europees of lokaal? En, hoe je die inzet afstemt! Onlangs maakt de gemeente Amsterdam de datastrategie bekend. Die strategie roept veel vragen op over hoe ‘duurzaam’ die plannen zijn…

Een van de experimenten die de raad noemt is het aan mensen (digitale) mobiliteitsrechten toe te kennen waarmee zij gebruik kunnen maken van de weg, het spoor of het openbaar vervoer (eventueel gedifferentieerd naar bijvoorbeeld spits- en daluren), en die zij op een digitaal platform kunnen verhandelen als zij ze niet wensen te gebruiken of juist behoefte hebben aan meer mobiliteit.

De raad is duidelijk: de overheid is aan zet bij duurzame digitalisering in het algemeen, en van mobiliteit in het bijzonder. Het is een belangrijk thema voor de komende coalitie-onderhandelingen na TK2021.

Bron: RLI

No Comments Yet

Leave a Reply

Walther Ploos van Amstel  

Passie in logistiek & supply chain management

FOLLOW