Vandaag was de eerste ronde tafel van de Vervoerslogistieke Werkdagen 2020. Onderwerp van gesprek was binnenstedelijke bouwlogistiek; een van de belangrijkste stadslogistieke stromen. Steden groeien en hebben te maken met een stevige bouwopgave. Dit zorgt voor veel vrachtbewegingen binnen de stadsgrenzen voor een grote diversiteit aan type bouwprojecten is.
De bouwsector heeft een substantieel aandeel in de CO2-uitstoot en andere negatieve effecten van stadslogistiek. Daarnaast heeft bouw-gerelateerd verkeer een grote impact op de schaars beschikbare ruimte in steden.
Als er niks verandert in de stadslogistiek voor grootschalige nieuwbouwprojecten wordt er voor 2030 een sterke toename verwacht van het aantal vervoersbewegingen door de stevige bouwopgave voor steden. Door de impact van nieuwbouwprojecten in kwetsbare gebieden met een gebrek aan ruimte, ligt er al langere tijd een nadruk op het efficiënter organiseren van het bouwverkeer rond bouwprojecten op veelal postzegellocaties. Een zaak van lange adem. De toelevering aan bouwprojecten is een complexe aaneenschakeling van veel direct en indirect betrokken partijen.
Aanpak CO2-reductie
Siem van Merriënboer (TNO) presenteerde de eerste resultaten uit de komende Annual Outlook Bouwlogistiek van Connekt. Vier scenario’s zijn hierin uitgewerkt:
- Verplichte bouwhub voor een aantal bouwstromen
- Multimodale bouwhub
- Bouwhub in combinatie met een gebiedsaanpak
- Circulair bouwen en industrialisatie.
De analyse laat zien dat de inzet van een bouwhub tot een aanzienlijke besparing in ritten en CO2-uitstoot leidt. Indien deze verplicht wordt gesteld voor individuele bouwprojecten in stedelijke centra leidt dit een besparing in zowel binnenstedelijke (traject van bouwhub naar bouwplaats; 24%) als buitenstedelijke ritten (traject van leverancier naar bouwhub: 14%). Om meer besparingen te realiseren is de inzet op elektrische voertuigen nodig (of vervoer naar de bouwhub over water).
Naast het toepassen van bouwhubs kan de inzet van andere bouw(logistieke) processen een grote impact hebben op de logistiek; denk hierbij aan prefab en houtbouw. Prefab en houtbouw zijn een vorm van industrialisatie waardoor er minder handelingen op de bouwplaats nodig zijn.
Control tower voor bouwlogistiek
Om meer afstemming en coördinatie (ketenregie) te realiseren binnen de verschillende partijen in de bouwketen, is een zogenaamde control tower een essentiële schakel. Tom Tesselaar (afgestudeerd aan TU Delft) presenteerde zijn visie op de inzet van control towers.
Om aan de marktkant een versnelling te realiseren van de toepassing van bouwhubs op individueel projectniveau is een ontwikkelstimulans nodig voor een control tower. In het geval van een gebiedsgerichte aanpak met afstemming en/of optimalisatie van bouwstromen over meerdere bouwprojecten in een stadsgebied, is de behoefte aan een geavanceerd IT-instrument om ketenregie over deze bouwstromen te faciliteren des te noodzakelijker. De huidige beschikbare IT-tools op dit vlak zijn beperkt en vertonen nog niet de mate van integratie tussen bouwprocessen en logistieke processen die nodig is op dit vlak. Ook roept de control tower vragen op van wie de data zijn en wat de governance is.
Ruimte voor bouwlogistiek maken
De CO2-besparingen zijn alleen te realiseren indien er locaties aan de rand van steden, in de nabijheid van gebieden waar veel bouwwerkzaamheden plaatsvinden, voor bouwhubs beschikbaar zijn. Het gaat om relatief grote locaties en indien er de mogelijkheid voor een multimodale hub is, heeft de locatie aan een waterweg de voorkeur.
De rol van gemeenten
Walther Ploos van amstel (HvA) gaf aan dat gemeenten in de rol van opdrachtgever en vergunningverlener al sterk kunnen sturen bij de aanbesteding van nieuwe bouwprojecten op de toepassing van en experimenten met slimme bouwlogistieke oplossingen en met name bouwhubs. Hiermee wordt de druk op de schaars beschikbare ruimte verminderd. Moet er mogelijk zelfs regelgeving komen en die het toepassen van bouwhubs verplicht stelt. Voor de inpassing van stadslogistiek is een verbinding met ruimtelijke ordening, omgevingsvisie en bedrijvenstrategie onontbeerlijk. Een bestuurlijke visie vanuit de gemeente over wat goede bouwlogistiek is ontbreekt echter in bijna alle steden, vooral doordat de urgentie niet wordt gevoeld.
De gemeente Amsterdam is een van de koplopers in bouwlogistiek. Volgens Sarah Bork (adviseur bij het Ingenieursbureau van de gemeente) is er een groter gevoel van urgentie, een gevoel van gedeeld eigenaarschap om tot bouwlogistieke oplossingen te komen en een betere sturing vanuit de lokale overheid. In de aanbesteding wordt nu vaker gewerkt met een EMVI-criterium voor bouwlogistiek. Dit criterium is inmiddels ook gestandaardiseerd in een handleiding, waardoor het makkelijker is om het in de aanbesteding op te nemen. Het wordt nog niet standaard in elk bouwproject toegepast.
Op stadsniveau wordt nu ook de aannemer eerder in het proces betrokken. Dit is mogelijk gemaakt door de Samenwerkingsovereenkomst Verhardingen. In deze samenwerkingsovereenkomst zijn diverse deelopdrachten voor verschillende percelen opgenomen. Normaal gesproken werd per project een nieuwe aannemer geselecteerd, maar met deze overeenkomst kan de gemeente voor een langere tijd met een vast aantal aannemers werken. Het voordeel is dat de gemeente nu in een eerder stadium met aannemers gaat samenwerken en kan sparren over de mogelijkheden betreffende bouwlogistiek.
Er komen binnenkort meer ronde tafels voor de Vervoerslogistieke Werkdagen.
Foto: Bram Sniekers