Ik word beticht van sabotage. Een journalist verwijt mij en anderen: “In mijn ogen is dit allemaal sabotage van een prachtig project, dat ik nu, de dag na de proef, al mis”. Voor alles is een eerste keer. Ook voor dit verwijt. Maar, hoe zit dat nu echt.
Publieke debat
Ik vind al die stukjes over de pilot met de knip op de Weesperstraat geweldig. Hoe de (social) media de beeldvorming bepalen, en de polarisatie voeden, is voer voor serieus onderzoek. En leerzaam voor de volgende fase van het Amsterdamse mobiliteitsbeleid. De uniforme eenweg-Stopdeerapropaganda werkt echt niet als je de boodschap over het belang van een autoluw aan de Amsterdammers wilt uitleggen.
Ik ben als betrokken Amsterdammer veel en vaak bezig met het publieke debat te beïnvloeden, omdat ik me zorgen maak. De stad is te belangrijk om aan een groepje part time politici met carrièredrang over te laten. Dat kan met sabotage, dan kan met intimidatie, chantage, manipulatie, sfeermakerij of gewoon goede argumenten. Het gaat om invloed. Soms lukt dat, soms lukt dat helemaal niet.
Mijn inzet voor meer ruimte voor de voetgangers in Amsterdam heeft bijvoorbeeld gefaald. Dan kan ik echt onredelijk worden (dan heeft zo’n wethouder het ook bij andere dossiers moeilijk met mij). Soms lukt het wel om het debat en de besluitvorming bij te sturen.
Hoe krijg je invloed?
Betrokken Amsterdammers weten steeds beter hun weg te vinden. Daarvoor heb je vijf ‘zwembanen’ om invloed te hebben:
- Een goed netwerk binnen de gemeenteraad en bij de ambtenaren. Tijdig de raadsleden informeren over de problemen bij toekomstige besluiten is effectief. De juiste ‘technische vragen’ kunnen de besluitvorming veranderen. Spreek raadsleden (ook publiek) aan op gedane beloftes.
- Het organiseren van publiciteit in de lokale media en lawaai op straat. Een incidentele actie op straat of bij de Stopera trekt veel aandacht van zowel collegeleden, raadsleden als de locale media. Zorg voor een scherpe boodschap; lieverkoekjes worden niet gebakken
- Werk vanuit een heldere missie en visie over de toekomst van de stad. Je wordt alleen serieus genomen als je ook constructief meedenkt over de problemen die er zijn. Dat vergt gedegen dossierkennis; anders ben je niet geloofwaardie. Zorg dat je ook positieve ambassadeurs uit het werkveld bij de lobby betrekt.
- Juridisch de eigen positie goed kennen en de weg weten via zienswijzen, bezwaarprocedures, WOO-verzoeken, de Ombudsman, kortgedingen, bodemprocedures en referenda. Het is een laatste redmiddel als de gemeente echt niet wil luisteren.
- Probeer het niet in je eentje te doen. Actieve bewoners- en burgerlobbyorganisaties hebben veel leden en sympathisanten en werken slim samen met andere ‘communities’ in de stad bij de aanpak van lastige dossiers; estafette-lobby. Kom met onvermoede bondjes om de belangen samen sterker te positioneren. Een enkele interventie is echt niet genoeg. Soms win je de veldslag, maar verlies je de oorlog…
Nog een waarschuwing voor de bewoners. Er is een nieuwe participatieverordening. Inspreken, en bezwaar maken, gaat nu helemaal anders. Vraag nu al naar het participatieplan en bemoei je bijvoorbeeld met de inhoud, betrokkenen, planning, arbitrage als partijen er niet uitkomen, spelregels, vergoeding van tijd die bewoners erin steken en afspraken over het delen van onderzoeksdata. En eis dat er een budget komt voor een second opinion en ondersteuning van de ‘participanten’ door externe, onafhankelijke experts. Anders wordt het een inspraak zonder inzicht. Dan werkt participatie niet.
Investeren in de stad
De doopsgezinde Amsterdamse zakenman Piet van Eeghen wilde de wereld verbeteren. Dankzij zijn vermogen, een diepgeworteld geloof en veel invloedrijke vrienden kwam hij een heel eind. Hij speelde een cruciale rol bij de modernisering van Amsterdam in de negentiende eeuw. Van hem kunnen we leren dat investeren in de stad ook invloed geeft.
Participatie door Amsterdammers zou passen in een traditie van betrokken burgers zoals destijds bij het redden van het Naardermeer, de bouw van het Concertgebouw, de oprichting van Natuurmonumenten en de Zuiderzeevereeniging die de schouders zette onder de inpoldering van de IJsselmeer. Betrokken burgers met visie, lange adem, veel overtuigingskracht en geld maakten samen het onmogelijke waar. Dat kan ook in de Amsterdamse binnenstad. Je hebt een gemeenschap nodig die de schouders zet onder de maatregelen vanuit een gedeelde visie. Wanneer mag ik mee-investeren in de binnenstad?
Guerilla denken
Ambtelijke molens malen langzaam. Er zijn vele raadsvergaderingen, conceptvoorstellen, zienswijzen, uitvoeringsprogramma’s en bureaucratische stappen nodig om een juridisch dicht getimmerde aanpak te realiseren. Om dat proces te versnellen, of verstoren, moet je als beïnvloeders anders denken; asymetrisch. Dat is een term die uit het leger komt.
Het succes van militaire operaties wordt bepaald door de wijze waarop het leger weet te anticiperen op acties van de bij het conflict betrokken partijen. Optreden bij asymmetrische conflicten kent onzekerheid en onvoorspelbaarheid (anders dan de zekerheid en voorspelbaarheid bij symetrische conflicten).
Je moet dan snel en effectief met meerdere interventies tegelijk reageren om effect te bereiken; snel herkennen, snel een positie bepalen, snel beslissen en snel acteren. Dit allemaal binnen reactietijden van uren tot enkele dagen. Dat kun je leren van milieu-activisten die met tomatensoep kunstwerken besmeuren of Schiphol binnenvallen. De taxichauffeurs die onverwacht het verkeer plat leggen. Of de raadsleden die met eindeloze, en onnodige, spoeddebatten het bestuur lam leggen. Ze zijn iedereen net te snel voor. En de actie is voorbij voor je het weet.
Dat is nog eens andere koek dan de maanden- of jarenlange ambtelijke procedures. Als ik er zo over nadenk, dan kun je veel opsteken van de ‘saboteurs’ in de stad. Misschien dat de ambtenaren hier nog wel wat lessen kunnen leren bij het leger. Denk asymmetrisch, niet alleen symetrisch.
Walther Ploos van Amstel.