Niet meer apart met eigen inzamelwagens de stad inrijden, maar het collectief laten uitvoeren door één neutrale wagen. Dat is het idee achter OpenWaste, een samenwerking van twaalf Nederlandse afvalinzamelaars. Dankzij dit initiatief neemt de verkeersdrukte af en worden schadelijke emissies verminderd. Dit moet uiteindelijk in 2025 leiden tot emissievrije stadslogistiek.
OpenWaste
Rob Verduin, voorzitter en initiatiefnemer van de Coöperatie Open Waste, legt uit: “bedrijven hebben voor de inzameling van hun bedrijfsafval een contract en tariefafspraken met een specifieke afvalinzamelaar. Dat blijft zo. Maar in plaats van dat die met eigen wagens de stad inrijdt, wordt dat onderdeel van hun dienstverlening uitbesteed aan OpenWaste. Die regelt vanuit een eigen softwareplatform de aansturing van de logistiek en laat het afval ophalen door één neutrale, white label inzamelwagen. Door de logistiek centraal aan te sturen, wordt de inzameling van afval slimmer, efficiënter en bovenal een stuk duurzamer. Je kunt het misschien het beste vergelijken met ons stroom- of gasnet. Iedereen heeft zijn eigen leverancier, maar het netwerk is van ons allemaal. Voor de klant verandert er dus helemaal niks. Die ziet alleen straks niet meer het merk van zijn leverancier op de wagen staan, maar een keurige ‘witte’, neutrale inzamelwagen. Die in de toekomst bovendien elektrisch is of op waterstof rijdt. We starten met 12 founders en we verwachten dat binnenkort meer afvalinzamelbedrijven zich aanmelden voor een lidmaatschap. Alle publieke of private inzamelaars zijn welkom”.
Uniek collectief
De deelnemers binnen OpenWaste zijn in de praktijk concurrenten van elkaar. Martijn Hendriks, bedrijfsleider afvalinzameling en recycling bij Van Werven: “We begrijpen allemaal dat dit écht nodig is. Dat is onze motivatie om samen de schouders eronder te zetten om deze doelen te halen. Van Wervens motto ‘samen werken aan échte oplossingen’ komt hier opnieuw geweldig tot zijn recht. We willen alle kansen pakken om de (stads)logistiek nog efficiënter te maken, zonder dat dit ten koste gaat van leefbaarheid, bereikbaarheid en flexibiliteit. Wat ons betreft is dit een mooi begin.”