Staat duurzame ketensamenwerking in de bouw voor een doorbaak? Bijna!

Het aantal vergunde bouwvergunningen daalt snel in de Metropoolregio Amsterdam; ruim veertig procent minder tegenover anderhalf jaar geleden. Dat is voor de bouwwereld een aanwijzing dat de woningbouw aan een vrije val bezig is. Dat meldt AT5.

De malaise komt door de gestegen rente, de hoge grondprijzen in Amsterdam en de stijgende bouwkosten. Directeur Peter van Oeveren van ontwikkelaar BPD roept alle partijen op de schouders onder de deal te zetten: “Want we willen met z’n allen doorbouwen. Niet dat we de fout maken van de vorige crisis dat we helemaal stilvallen. Want dan vallen de bouwbedrijven stil en dan hebben we een groter probleem.”

Sneller, duurzamer en goedkoper bouwen

We moeten leren sneller, duurzamer en goedkoper te bouwen. Dat vergt ketensamenwerking. Staat duurzame ketensamenwerking in de bouw voor een doorbaak? Dat zou geweldig zijn voor de uitdagingen die de bouwsector nu heeft. De HvA doet mee in het onderzoeksproject ‘Geïndustrialiseerde modulaire en lage emissie hoogbouw in de G4’ dat een stevige bijdrage willen gaan leveren aan product- en procesoplossingen voor emissieloos bouwen van circulaire en houtgebaseerde modulaire hoogbouw in de grote steden. Het is een interessant project dat laat zien dat de bouwstenen voor het nieuwe bouwen er inmiddels zijn, maar dat de volgende periode moet laten zien hoe die bouwstenen in de praktijk op elkaar aansluiten.

Dubbele uitdaging

De Nederlandse bouwsector staat voor een dubbele uitdaging. Op dit moment is er een tekort van meer dan 300.000 woningen. Om dit tekort weg te werken wil de Rijksoverheid dat er 900.000 woningen gebouwd worden tot en met 2030. De feitelijk woningbouw ligt hier nog ver onder. Daarnaast moet de sector door het transport en materieel te verduurzamen de CO2-, stikstof- en fijnstofuitstoot van de bouw flink verminderen. Dat is dringend noodzakelijk in de huidige stikstofcrisis.

De bouwsector is verantwoordelijk voor 40% van de wereldwijde CO2 uitstoot, en moet haar uitstoot drastisch verminderen om de klimaatdoelstellingen van het Parijs Akkoord te halen.

Principes voor het nieuwe bouwen

Met industrieel bouwen kunnen woningen sneller en goedkoper worden gebouwd. Modulaire bouwmethoden zijn door hogere project-productiviteit en beter beheer van schaarse middelen (zoals personeel en bouwmaterialen) nodig om sneller te kunnen bouwen bij hoogbouw, laagbouw, renovaties en uitbreiding van gebouwen.

Industrieel bouwen biedt bovendien een antwoord op de milieu-uitdagingen door bouwprocessen en -plaatsen duurzamer te maken. Duurzaamheid en efficiëntie kunnen hand in hand gaan door de nieuwe duurzame geïndustrialiseerde bouwmethoden, biobased, lage emissie materialen en circulaire principes toe te passen.

De bouwstenen zijn er

Het goede nieuws is dat er een snelle ontwikkeling is in het ontwikkelen van biobased bouwstoffen die we in Nederland kunnen telen zoals hout en vezels. Ontwerpers ontwerpen inmiddels met deze materialen. Er zijn veel toepassingsmogelijkheden. De principes van industrieel bouwen zijn bekend en kunnen bouwkosten en bouwtijd sparen; je kunt dan meer bouwen in minder tijd. Het Nieuwe Normaal is inmiddels een gedragen standaard met haalbare en ambitieuze circulaire prestaties in de gebouwde omgeving.

Emissieloos bouwen en transporteren zijn inmiddels geaccepteerde technieken; beschikbaar, betrouwbaar en betaalbaar. Voor het laden van elektrische voertuigen en werktuigen zijn, ook bij netcongestie, de nodige oplossingen. Voor het duurzaam en efficiënt regelen van de bouwlogistiek zijn er bouwlogistieke oplossingen en is bekend welke data ketenpartners moeten uitwisselen voor een naadloze planning.

De praktijk kan niet wachten. Er zijn nu woningen nodig. En er is nu meer duurzaamheid nodig; minder fijnstof, minder CO2, minder stikstof en een rem op de klimaatverandering. Maar voor de toepassing van de nieuwe principes in de praktijk zijn nog enkele stappen nodig om tot een integraal werkende aanpak te komen.

Belangrijke vragen voor praktijkonderzoek zijn:

  1. De ontwikkeling van een ecosysteem voor biobased en circulaire bouwmaterialen.
  2. De logistiek van industrieel bouwen.
  3. De rol van (tijdelijke) bouwhubs.
  4. Een digitaal ecosysteem voor afstemming.
  5. De rol van de lokale overheid bij bouwplannen.

Ecosysteem voor biobased en circulaire bouwmaterialen

De keten van veld naar bouwplaats bestaat nog niet. Het gebruik van biobased materiaal roept  vragen op over het ecosysteem; hoe gaan we onze bouwmaterialen ‘kweken’ bij de boeren, hoe maken we daarvan bruikbare producten en hoe komen die op de bouwplaats? Ook het ecosysteem voor circulaire bouwmaterialen is nog niet volwassen. Er zijn nieuwe ondernemers in de keten nodig die zorgen voor onder meer verkoop, verwerking, opslag en transport van de nieuwe materialen.

Dit sluit aan op ambities van Kabinet met het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE). Als onderdeel van de inzet op circulair bouwen, stimuleert het kabinet de toepassing van duurzame biogrondstoffen in de bouw. Hergebruik en recycling leidt tot een aanzienlijke CO2-reductie en draagt samen met biobased bouwen bij aan de circulaire transitie in de bouwsector.

De logistiek van industrieel bouwen

Het proces rondom het transport is bij industriële woningbouw anders dan bij traditionele woningbouw. Bij traditionele bouw bestaat het transport uit veel kleine leveringen rechtstreeks naar de bouwplaats. Bij de industriële bouw vinden deze leveringen naar de fabriekshal plaats. Door het grotere bouwvolume kan beter worden gebundeld en op transportkosten worden bespaard.

Bij industriële bouw moeten de afzonderlijke elementen of modules naar de bouwplaats worden getransporteerd. Dit vraagt bijzonder transportmaterieel en stelt ook andere logistieke eisen; concentratie ritten naar fabriek en extra ritten van fabriek naar bouwplaats. Sommige bedrijven verwachten een licht voordeel op de transportkosten en andere bedrijven verwachten dat de kosten voor het transport hetzelfde of iets hoger uit zullen vallen. De vraag is ook of prefab niet dichter bij de bouwplaats in bouwhubs kan gebeuren. De praktijk moet laten zien wat wel of niet werkt.

De rol van bouwhubs

Onderzoeken laten zien dat de inzet van bouwhubs tot een aanzienlijke besparing in ritten en CO2-uitstoot leidt. Zo’n bouwhub heeft meerdere functionaliteiten naast het traditionele ontvangen, opslaan en weer verdelen van materialen. Bouwhubs spelen ook een rol bij prefab en circulaire stromen, bij het laden van elektrische voertuigen en het bij elkaar brengen van data.

Er komen grote vaste bouwhubs, maar ook kleine bouwhubs dichtbij de bouwplaats. Gemeenten willen het liefst zo min mogelijk ruimte weg geven voor logistiek. De vraag komt naar voren wat de beste, tijdelijke opzet is van bouwhubs en wie daarin het initiatief zou moeten nemen binnen het gebied waar meerdere bouwers actief zijn en dus moeten samenwerken.

Digitaal ecosysteem voor afstemming

Om een versnelling te realiseren van de toepassing van bouwhubs op gebiedsniveau is een stimulans nodig voor een digitaal ecosysteem voor de strategische, tactische en operationele planning en een digital twin voor de modellering van bijvoorbeeld kosten, verkeersstromen en stikstof in een gebied.

In het geval van een gebiedsgerichte aanpak met afstemming en optimalisatie van bouwstromen over meerdere bouwprojecten in een stadsgebied, is de behoefte aan een geavanceerde IT-platforms om ketenregie over deze bouwstromen te faciliteren des te noodzakelijker.

De huidige beschikbare IT-platforms op dit vlak zijn beperkt en vertonen nog niet de mate van integratie tussen bouwprocessen en logistieke processen die nodig is op dit vlak. Ook roept de zo’n digitaal ecosysteem vragen op van wie de data zijn en wat de governance is.

De rollen van de overheid

De rol van de overheid in innovatie in de bouwketen begint al vroeg. De ontwikkelaar maakt een begroting op basis van de kosten van bouwen en de geschatte grondprijzen. Die loopt vervolgens tegen een langdurig ontwerpproces en gemeentelijke procedures aan en in de tussentijd stijgen de kosten verder.

De Amsterdamse raadsleden van Renssen (Groen Links) en Minderhoud (PVDA) pleiten voor versnellen en versimpelen. In een initiatiefvoorstel stellen zij daarom ook een speciale Amsterdamse bouwtafel voor: een overleg waarbij alle belangrijke partijen aanzitten en per project gekeken wordt naar alle haken en ogen. Daarbij wordt aan partijen gevraagd de boeken te openen en op basis van vertrouwen met elkaar beslissingen te nemen.

Volgens Van Renssen en Minderhoud staan marktpartijen daarvoor open, zeker als zo’n bouwtafel uiteindelijk leidt tot minder overleg. “Dan hoef je als projectontwikkelaar niet langs allemaal loketjes, van duurzaamheid tot omgevingsvergunning, maar kom je in één keer ieder­een tegen.”

Governance- en coördinatie

Hoewel er al veel (technische) oplossingen zijn voor sneller en duurzamer bouwen, blijkt door de veelheid aan partijen de optimalisatie van de bouwprocessen vooral een governance- en coördinatievraagstuk; reguleren, faciliteren, stimuleren, coördineren en experimenteren. De overheid kan bij bouwplannen (en vergunningverlening) een belangrijke sturende rol spelen. De eerste stap in de benadering is het creëren van een gezamenlijke visie op sneller en duurzamer bouwen en de uitwerking ervan in doelen voor gebiedsontwikkeling, de gronduitgifte en later de BLVC-planning.

Belangrijke voorwaarden hiervoor zijn onder andere een gevoel van onderlinge afhankelijkheid en de onzekerheid over hoe in de keten om te gaan met risico’s. Daarnaast moet gewerkt worden aan het opbouwen van vertrouwen, gedeelde motivatie en vermogen tot gezamenlijk actie.

De overheid kan bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van bouwhubs drie posities innemen:

  • Realisatie van bouwhubs is aan de markt. Overheden zetten in eigen aanbestedingen in op efficiënte en duurzame bouwlogistek en gebruik van hubs. Via medewerking en eventueel subsidies worden goede initatieven gestimuleerd.
  • Overheden maken maximaal gebruik van de wettelijke mogelijkheden om te sturen of hindervrije, efficiënte en duurzame bouwlogistiek. Overheden verplichten in eigen aanbestedingen het gebruik van bouwhubs, dragen via grondbeleid waar nodig bij aan de realisatie van bouwhubs en slimme maatregelen worden financieel beloond.
  • Gezamenlijke realisatie van bouwhub in publiek private samenwerking: inzet van bouwhubs wordt de norm. Overheden maken maximaal gebruik van hun rol voor het (laten) ontwikkelen en gebruiken van bouwhubs. Overheden kunnen actief via eigen grondbeleid en financieel bijdragen aan de realisatie van bouwhubs.

Ook hier moet onderzoek in de praktijk uitwijzen wat goed of niet goed werkt.

Staat duurzame ketensamenwerking in de bouw voor een doorbaak? Bijna, als we de laatste hobbels in de praktijk met de sector, de overheid en kennisinstellingen kunnen aanpakken door vanuit de ontwikkelde ‘blue print’ in emissieloze hoogbouw de verschillende product- en procesoplossingen in living labs te valideren en verbeteren.

Walther Ploos van Amstel.

 

 

No Comments Yet

Leave a Reply

Walther Ploos van Amstel  

Passie in logistiek & supply chain management

FOLLOW