Swapfiets stelt de ambities bij. Er moet eerst winst worden gemaakt. Ceo Marc de Vries sprak met het FD. Het aantal gebruikers groeit minder snel dan verwacht. De ambitie om al in 2025 een miljoen klanten te hebben is losgelaten.
Naar 300.000 gebruikers
In 2023 groeit het aantal gebruikers naar verwachting naar 300.000 (270.000 eind 2022 en 256.000 eind 2021. De omzet in 2022 was € 73 mln. Dat is 40% meer dan in 2021. Swapfiets is actief in zestig Europese steden en daar blijft het even bij. De groei moet vanaf nu in de steden gebeuren waar Swapfiets al actief is, aldus de Vries in FD. Volgens de Vries is momenteel ongeveer de helft van de steden winstgevend. Vooral de Nederlandse steden doen het goed. De Vries zegt binnen enkele jaren in alle steden winstgevend te zijn.
Oplopende verliezen
In 2021 en 2022 was het verlies € 29 mln tegen € 14 mln in 2020 (het totale verlies over de afgelopen acht jaar is € 106 mln). Het verlies komt volgens de Vries vooral door investeringen in elektrische fietsen. Om de winstgevendheid te verhogen is de abonnementsprijs verhoogd. De proeven met e-scooters zijn gestopt. Over de toekomstige productieplannen is niks gezegd. Hoewel Swapfiets verlies draait, staat investeerder Pon nog volledig achter Swapfiets.
Gaat Swapfiets ooit winst maken? Blijven groeien door uit te waaieren naar meer steden leidt niet tot winst. Een stap op de plaats, zoals die nu wordt gemaakt, is verstandig, maar mogelijk niet genoeg. Mijn eerdere conclusie was dat Swapfiets nooit geld gaat verdienen. Het goedkoop bieden van abonnementen van basis-fietsen (stepjes en scooters) voor lange termijn is simpelweg geen verdienmodel. Misschien wel met een extra inzet op duurdere elektrische fietsen. Ook andere internationale aanbieders van huur- (en deel-)fietsen hebben moeite om winst te maken.
Swapfiets wil circulair
In het verdienmodel van Swapfiets passen zo laag mogelijke onderhoudskosten en een lange levensduur. Minder onderhoud helpt de winstgevendheid te verbeteren. De afgelopen jaren heeft Swapfiets veel data verzameld over het gebruik van de fiets en over de slijtage en schade aan onderdelen. ‘Betere onderdelen betekent minder onderhoud en lagere kosten. Dat weegt zeker tegen elkaar op’, stelt De Vries in FD. Hij is ervan overtuigd dat de fietsindustrie de kant van volledige recyclebaarheid op zal moeten. Het zicht op wat er gebeurt met afgedankte fietsen is minimaal.
Massa is geen kassa
Massa is geen kassa en regionale expansie is niet voldoende. Dat zijn deelscooters, -fietsen en stepjes wel dankzij meervoudig gebruik en afrekenen op gebruik. Het leveren van abonnementsservices is een vak apart. Daarmee is de case een leerzame voor mijn studenten Operations Management.
Walther Ploos van Amstel.