De taxi is een onmisbare schakel in mobiliteit. De verschraling van het openbaar en druk op prijzen in het openbaar vervoer maakt dat er een grote vraag is naar mobiliteitsoplossingen die efficiënt zijn en inspelen op de behoefte van de klant.
Nieuwe regelgeving nodig
Echter, de bestaande wettelijke regulering, die alleen een onderscheid maakt tussen traditionele taxi’s en besteld vervoer, sluit niet langer aan op de marktomstandigheden met de opkomst van taxiplatforms. Dit is de conclusie van onderzoekers van Rebel en Goudappel bij de evaluatie van de Wet Personenvervoer 2000 (WP2000). Nederlandse gemeenten willen daarom aanpassing van de wet en meer mogelijkheden voor handhaving.
Gemeenten willen overaanbod kunnen tegengaan door het voeren van capaciteitsbeleid, zoals bijvoorbeeld het stellen van een maximumaantal vergunningen op basis van het aantal inwoners. Maar, dit kan niet vanuit de huidige wetgeving, en het is alleen effectief indien de gemeente kan inschatten wat de behoefte is. Ook hebben gemeenten maar beperkt grip op aanbod door platforms. Tarieven en kwaliteit zijn voor de klanten weinig transparant.
Voortgang taxibeleid
Staatsecretaris Jansen schrijft over de voortgang van het taxibeleid. Na de evaluatie van de taxiwet- en regelgeving binnen de Wet Personenvervoer 2000 (Wp2000) en de daaropvolgende informatieverstrekking aan de Kamer, onderzoekt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) samen met betrokken partijen hoe de kwaliteit van het taxivervoer in Nederland gewaarborgd kan blijven in een snel veranderende markt.
Uit het evaluatierapport blijkt dat de wet- en regelgeving over het algemeen goed functioneert en dat het taxivervoer doorgaans veilig en betrouwbaar is. Dat stelt de staatsecretaris. Lijkt er geen urgentie zijn?
Het is belangrijk dat eventuele beleidswijzigingen de werving van nieuw personeel niet belemmeren, aangezien er in veel delen van de sector een tekort is aan chauffeurs. Dit geldt met name voor het vervoer van ouderen, zieken en leerlingen.
Voortgang Centrale Database Taxivervoer
Op 8 maart 2024 is de Kamer per brief geïnformeerd over de voortgang van de opvolger van de Boordcomputer Taxi (BCT): de Centrale Database Taxivervoer (CDT). Zoals destijds aangegeven, houdt dit nieuwe systeem in dat taxivervoergegevens, waaronder persoonsgegevens van chauffeurs, continu worden aangeleverd aan een centrale database van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).
Vanwege het verwerken van persoonsgegevens is privacybescherming een belangrijk aandachtspunt binnen het wetgevingstraject van de aangepaste Wet Personenvervoer 2000 (Wp2000) en de ministeriële regeling voor de CDT. In dit kader heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) een toetsing uitgevoerd op het conceptbesluit.
De AP wijst in haar advies op het belang van het onderkennen van risico’s en het beter motiveren van de noodzaak tot het verzamelen van bepaalde gegevens, zoals de locaties van vertrek en aankomst per rit.
Volgens de AP wordt bij de afweging van subsidiariteit en proportionaliteit onvoldoende rekening gehouden met het risico op ‘function creep’—het ongewenst gebruik van gegevens voor andere doeleinden dan waarvoor ze zijn verzameld—en het gevaar dat centraal opgeslagen gegevens in verkeerde handen terechtkomen. Daarnaast ontbreekt in het conceptvoorstel een duidelijke bewaartermijn voor de gegevens in de Centrale Databank Taxitoezicht.
ILT en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) hebben deze punten opgepakt. Een belangrijke aanpassing naar aanleiding van het AP-advies is dat de aankomstlocatie van een taxirit niet langer wordt geregistreerd. De startlocatie en de afgelegde afstand in kilometers blijven echter noodzakelijk om te controleren of aan de wettelijke vereisten wordt voldaan. In de nota van toelichting bij het besluit zal dit verder worden onderbouwd.
Het risico op ‘function creep’ zal expliciet worden erkend en de bestaande beheersmaatregelen zullen duidelijk worden beschreven. Tevens zullen de bewaartermijnen voor de verzamelde gegevens specifieker worden vastgelegd in het besluit.
Na het doorvoeren van deze aanpassingen zal de voorgestelde wetgeving ter advisering worden aangeboden aan de Raad van State. De beoogde inwerkingtreding van de CDT is gepland voor 1 juli 2025.