Een nieuw onderzoek van ROCC bespreekt de groeiende netcongestie in Nederland en de impact hiervan op het openbaar vervoer. Het rapport signaleert knelpunten in de elektriciteitsinfrastructuur die de verduurzaming en uitbreiding van trein-, metro-, tram- en busdiensten belemmeren.
Uitdagingen bij het openbaar vervoer
De mate waarin netcongestie de ambities van het OV raakt verschilt per modaliteit. Voor met name de groei en verduurzaming van trein en de verduurzaming van busvervoer raakt dit de realisatie van de ambities.
Netcongestie belemmert in verschillende mate de realisatie van OV-ambities per modaliteit:
-
Trein: De groei in vervoerscapaciteit wordt geremd doordat bij circa 75% van de tractiestations in 2030 onvoldoende vermogen beschikbaar is. Ook elektrificatie van dieseltrajecten en infrastructuur zoals wisselverwarming stagneert.
-
Bus: De overgang naar zero-emissie bussen loopt vast op plekken waar onvoldoende netcapaciteit beschikbaar is om elektrische bussen op te laden.
-
Trolleybus: Uitbreiding van het netwerk, zoals richting station Ede-Wageningen, wordt belemmerd door netcongestie.
-
Tram: Tot 2030 zijn alleen in Amsterdam knelpunten voorzien; na 2030 zijn er waarschijnlijk bredere belemmeringen.
-
Metro: Tot 2030 geen grote knelpunten, maar daarna worden problemen verwacht in Rotterdam en Amsterdam.
Kortom: vooral de verduurzaming en groei van trein- en busvervoer ondervinden nu al hinder van netcongestie; voor tram en metro ontstaan de knelpunten op termijn.
Netcongestie
De onderzoekers keken naar de oorzaken van netcongestie, waaronder de toename van decentrale opwekking en de elektrificatie van transport. Vervolgens worden mogelijke oplossingen aangedragen, zoals het optimaliseren van energieverbruik en het versterken van de netcapaciteit, evenals het verbeteren van samenwerking tussen verschillende partijen.
Om de ambities van het openbaar vervoer ondanks netcongestie toch zoveel mogelijk te realiseren, is het belangrijk om gericht maatregelen te nemen en te onderzoeken. Bij problemen door kortstondige pieken in de vermogensvraag kan het helpen om de gelijktijdigheid van deze pieken te verlagen, bijvoorbeeld door energieopslag langs het spoor of in het rijdend materieel toe te passen.
Bij structurele overschrijdingen van het contractvermogen is het zinvol om de inzet van regelbare lokale opwek, zoals gasgeneratoren, te verkennen. Voor de elektrificatie van busvervoer wordt geadviseerd gebruik te maken van tijdsblokgebonden contracten of van onbenutte capaciteit via cable pooling. Daarnaast blijft het verminderen van de energievraag een belangrijke maatregel om de totale belasting op het net te beperken.
Verder kan het OV ook bijdragen aan verlichting van netcongestie. Dit kan onder meer door derden aan te sluiten via cable pooling of met een GDS-ontheffing, mits er binnen het net of de aansluiting voldoende ruimte is. Ook kan onderzocht worden waar OV-partijen grond beschikbaar kunnen stellen aan netbeheerders om uitbreiding van het net te faciliteren. Tot slot is het essentieel om aanvullende aanbevelingen op te volgen die ervoor zorgen dat deze maatregelen tijdig en effectief in praktijk gebracht kunnen worden.