Wie besteedt het meest in het centrum? De automobilist, de voetganger of de fietsers? Er wordt veel onderzoek gedaan naar de relatie tussen mobiliteit en bestedingen, maar deze onderzoeken zijn vaak eenzijdig, onvolledig en ongenuanceerd.
Om een ‘eerlijke’ discussie te kunnen voeren hebben Platform Binnenstadsmanagement, BRO en Movares in 2023 is een grootschalig bezoekersonderzoek uitgevoerd in 18 centrumgebieden in Nederland waarin gekeken is naar de relatie tussen mobiliteit en bestedingen. Nieuw onderzoek in andere steden loopt nog.
Bezoekers die te voet of met de fiets naar het centrum komen, bezoeken het gebied vaker en geven per bezoek minder uit dan automobilisten. Over een langere periode blijkt echter dat voetgangers en fietsers aanzienlijk meer besteden in het centrum dan vaak wordt gedacht. Dit maakt hen een belangrijke doelgroep voor de economische vitaliteit van centra.
Voetgangers bezoeken het centrum het vaakst
Voetgangers bezoeken gemiddeld meer dan zeven keer per maand een centrumgebied, vaker dan alle andere vervoersmiddelen. Fietsers en treinreizigers volgen op ongeveer 25% minder bezoeken dan voetgangers, terwijl autobezitters en busreizigers zo’n 45% minder vaak komen.
Centrumgebieden die vooral een boodschappenfunctie hebben, zoals Middelharnis, Boxtel en Alphen aan den Rijn, zien een hogere bezoekfrequentie. Daarentegen trekken recreatieve centra, zoals Maastricht en Venlo, minder frequente bezoekers.
Langere verblijfsduur voor automobilisten en OV-reizigers
Bezoekers die met de auto of het openbaar vervoer reizen, verblijven het langst in het centrum, gemiddeld meer dan drie uur. Voetgangers en fietsers hebben een kortere verblijfsduur, van gemiddeld één tot anderhalf uur. In centra met een boodschappenfunctie ligt de verblijfsduur vaak lager, terwijl grotere recreatieve centra, zoals Maastricht en Arnhem, langere verblijven aantrekken.
Automobilisten geven per bezoek het meeste uit
Autobezoekers besteden gemiddeld €130 per bezoek, aanzienlijk meer dan voetgangers of fietsers, die tussen de €55 en €60 uitgeven. OV-reizigers, vooral treinpassagiers, besteden ook relatief veel, rond de €100 per bezoek. In centra met een breed en divers aanbod wordt per bezoek het meeste geld uitgegeven, waarbij winkelen en horeca de belangrijkste categorieën zijn.
Reistijd is een cruciale factor
De reistijd is vaak bepalend voor de keuze van het vervoermiddel. Dichtbij wonende bezoekers komen vaker te voet of met de fiets, terwijl langere afstanden vaak met de auto of het openbaar vervoer worden afgelegd. Een langere reistijd leidt ook vaak tot een langer verblijf en hogere bestedingen, maar met een lagere bezoekfrequentie. Dit geldt vaak voor dagtoeristen die komen voor een ‘dagje winkelen’.
Gemak, efficiëntie, duurzaamheid en gezondheid
Naast reistijd zijn factoren zoals gemak en efficiëntie bepalend bij de keuze van het vervoermiddel. Mensen die dichtbij wonen kiezen vaak voor lopen of fietsen vanwege het gemak. De auto wordt vooral gebruikt voor grotere aankopen, zoals boodschappen. In sommige gebieden, zoals Roermond en Venlo, waar veel bezoekers uit Duitsland komen, is de auto soms het enige praktische vervoermiddel. Fietsers maken vaak een bewuste keuze, waarbij duurzaamheid en gezondheid extra motieven zijn.
Voetgangers en fietsers belangrijk voor bestedingen
Hoewel automobilisten per bezoek meer uitgeven, blijkt uit het onderzoek dat fietsers en voetgangers op maandbasis een groter aandeel hebben in de totale bestedingen in centrumgebieden, ongeveer 25% meer dan automobilisten. Deze groepen zijn vooral belangrijk voor centra die vooral bezoekers uit de directe omgeving trekken, zoals lokale bewoners.
Eigenlijk is de conclusie: als centrumgebied heb je alle soorten bezoekers nodig. Faciliteer dat.
Bron: Platform Binnenstadsmanagement, BRO en Movares
Lees hier meer over de achtergronden van het onderzoek.